HOOFDSTUK 2
Erkenning en subsidievormen
Artikel 2:1 voorwaarden en criteria voor erkenning
1. Het College erkent een organisatie als:
a. zij kan instemmen met tenminste de volgende onderwerpen in de statuten van de organisatie:
aa. de doelstelling van de organisatie;
ab. de bestuurlijke en administratieve organisatie;
ac. het bij liquidatie terugvloeien van de resterende subsidiegelden naar de subsidie
gever;
en
b. de rechtspersoon:
ba. gevestigd is in de gemeente Breda;
bb. krachtens haar statuten ten doel te heeft de beoefening van sport en/of lichamelijke
opvoeding, als amateur, door haar leden;
bc. aangesloten is bij een als zodanig door NOC*NSF of, gehoord de Stichting Breda-
Actief, door het College erkende landelijke, provinciale, regionale of
plaatselijke overkoepelende sportorganisatie;
bd. gericht is op de uitoefening van een sport die is aangesloten bij NOC*NSF, dan wel op
het in algemene zin stimuleren van actieve lichaamsbeweging door middel van de
uitoefening van sport- en spelactiviteiten onder deskundige leiding (een en ander ter
beoordeling van de Stichting Breda-Actief);
be. in beginsel toegankelijk is voor iedereen;
bf. tenminste 25 in de gemeente Breda woonachtige, contributie betalende leden heeft en
bg. geen bestuursleden heeft die een betaalde functie in de vereniging vervullen;
en
c. de bij de organisatie betrokken beroepskrachten en vrijwilligers die met minderjarigen in
aanraking komen desgevraagd een positieve verklaring omtrent het gedrag kunnen
overleggen aan hun bestuur;
Artikel 2:2 erkenning
1. Een verzoek om erkenning moet worden ingediend bij de Stichting Breda-Actief.
2. Het College beslist binnen drie maanden op een verzoek tot erkenning, gehoord de Stichting
Breda-Actief. Het advies van de Stichting Breda-Actief ter zake is niet bindend. De erkenning
wordt voor onbepaalde tijd verleend.
3. Het College kan, gehoord de Stichting Breda-Actief, een erkenning intrekken indien:
a. niet of niet langer wordt voldaan aan de erkenningcriteria en/of
b. aan de hand van het daadwerkelijk functioneren van de vereniging kan worden afgeleid, dat
de vereniging niet langer kan worden geacht de aangegeven doelstelling op een naar het
oordeel van het College acceptabele wijze te verwezenlijken.
Het advies van de Stichting Breda-Actief ter zake is niet bindend.
4. Alvorens het College besluit over het intrekken van een erkenning, stelt zij de betrokken sport
vereniging:
a. van het met redenen omklede voornemen daartoe in kennis;
b. in de gelegenheid om zich omtrent dat voornemen te doen horen, op de door het College te
bepalen wijze.
Beleidsregels Subsidieverstrekking Sportstimulering 2007 (versie raadsvoorstel, 09-10-2006)
3