3. Indiening van verzoeken om subsidie voor leden met een beperking dient vóór 1 november voorafgaande aan het subsidiejaar te geschieden. AFDELING 4.4 Subsidie voor andersoortige sportactiviteiten Artikel 4:10 sportevenementen 1. Een verzoek om subsidie voor een sportevenement wordt ten minste dertien weken voordat met de activiteit wordt aangevangen ingediend. 2. Naast erkende sportverenigingen kunnen ook andere door het College erkende verenigingen of organisaties een subsidie voor sportevenementen ontvangen. 3. Subsidie wordt hoogstens verleend tot een bedrag, maximaal gelijk aan het nadelig saldo van de met het sportevenement samenhangende inkomsten en uitgaven. 4. Ter bepaling van het nadelig saldo worden slechts die uitgaven meegerekend, welke naar het oordeel van het College noodzakelijk zijn voor het welslagen van het sportevenement. 5. Uitgangspunten voor verlening van subsidie zijn: a. evenementen dienen in beginsel selfsupporting te zijn. Bij jaarlijks terugkerende evenementen wordt de subsidie in driejaren afgebouwd, zodanig dat na driejaren geen subsidie meer wordt verstrekt. Dat betekent het tweede jaar maximaal 50% en het derde jaar maximaal 25% van het in het eerste jaar verstrekte subsidie; b. er dient sprake te zijn van een, naar het oordeel van het College, substantiële eigen inbreng door middel van zelfwerkzaamheid, sponsoring, entreegelden, etc. Artikel 4:11 accommodatiesubsidie 1. Indien voor een sportactiviteit, die regulier in een gymzaal te beoefenen is, slechts een niet- gemeentelijk zaalsportaccommodatie beschikbaar is, kan aan een sportvereniging hiervoor subsidie worden verstrekt onder de voorwaarden zoals genoemd in lid 2 tot en met 6 van dit artikel. 2. Een verzoek om subsidie voor het noodgedwongen gebruik van een niet-gemeentelijke zaalsportaccommodatie wordt vóór 1 november voorafgaande aan het subsidiejaar ingediend. 3. Het dient een gebruik te betreffen van tenminste 80 uren per seizoen. 4. Subsidie wordt hoogstens verleend tot een bedrag gelijk aan het verschil in huurkosten van een niet-gemeentelijke en een gemeentelijke zaaisportaccommodatie, waarbij gerefereerd wordt aan het gemeentelijke tarievensysteem voor zaalhuur; 5. De subsidie bedraagt nimmer meer dan het voor elk subsidiejaar door het College vastgesteld maximum subsidiebedrag per uur. 6. Het verzoek om subsidie bevat: a. een verklaring, waaruit blijkt waarom geen gebruik kan worden gemaakt van een gemeentelijke zaalsportaccommodatie; b. een opgave van het aantal uren dat in het seizoen gebruik zal worden gemaakt van een niet- gemeentelijke zaalsportaccommodatie, alsmede het daarvoor per uur geldende tarief, een en ander blijkende uit een mede te overleggen kopie van het desbetreffende huurcontract of een verklaring van de verhuurder. Beleidsregels Subsidieverstrekking Sportstimulering 2007 (versie raadsvoorstel, 09-10-2006) 8

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 120