Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 28327] Dienst/afdeling: VGEP/PM Betreft: Inleiding Voorstel Agendapuntnummer: 4 Aantal bijlagen: Décharge parkeergarage De Prins. De projectbegroting van parkeergarage de Prins bedroeg 11.162.993,-. Voor de uitspraak van de arbitrage bedroeg het restantkrediet 113.854,-. Dit restantkrediet is bij de jaarrekening 2004 vervallen. Op 3 juli 2001 heeft het college, middels een voortgangsrapportage kennis genomen van een aantal problemen die direct na de start van de bouw zijn ontstaan, welke hebben geleid tot ernstige bouwvertraging en hiermee samenhangende claims. Het financieel risico werd toen ingeschat op minimaal 127.000,- (hfl. 280.000,-) en maximaal 1.452.000,- (hfl. 3.2000.000,-). Op 17 juni 2003 heeft het college kennis genomen van het geschil tussen de aannemer en de gemeente. Tevens is besloten tot het voeren van verweer indien het onderhavige geschil tot een arbitragezaak komt middels inschakeling van Van Doorne advocaten. Op 20 juli 2004 heeft het college kennis genomen van de stand van zaken en van de memorie van eis in het geschil. In de memorie van eis komt de aannemer met een claim van 775.000,- Deze claim is inclusief de waterschade ten bedrage 366.000,- en exclusief de niet betaalde termijnfacturen ten bedrage van 346.870,- i.v.m. het lopende geschil, de wettelijke rente, proces kosten, juridische kosten en interne projectkosten. De totale claim kwam daarbij op ca 1.300.000,-- exclusief kosten voor juridische bijstand en interne projectkosten ten bedrage van ca 212.000,-. In de jaarrekening 2005 is melding gemaakt van een maximaal risico ten bedrage van 1.295.000,-. Op 7 november 2005 is het geschil voorgelegd aan de Raad van Arbitrage voor de bouw. Op 28 februari heeft de Raad van Arbitrage voor de bouw uitspraak gedaan. In de uitspraak wordt de gemeente veroordeeld tot het betalen van 813.650,- exclusief wettelijke rente en procedure kosten. De projectkosten, waaronder juridische ondersteuning, zijn hierbij niet inbegrepen en bedragen ca. 212.000,- De rentekosten zijn afhankelijk van het moment van betalen. De totale kosten komen hiermee op ca. 1.171.000,-. Op advies van Van Doorne Advocaten is besloten om niet in beroep te gaan tegen de uitspraak. In onderstaand raadsvoorstel wordt voorgesteld om de kosten ten laste te brengen van de afdeling Parkeren. 1Kennis te nemen van het vonnis van de Raad van Arbitrage voor de bouw met betrekking tot het geschil tussen de bouwcombinatie Van der Linden Strukton en de gemeente Breda en de hieruit voortvloeiende kosten; 2. In te stemmen met de dekking van deze kosten: Middels het beschikbaar stellen van een krediet ad 813.650,- voor de activering van het rendabele deel van de nagekomen kosten; Door de kapitaallasten 47.000,-) van het beschikbaar te stellen krediet via het jaarresultaat 2006 van de afdeling Parkeren ten laste te brengen van de reserve Parkeren; Door de rentekosten, juridische en interne kosten ad 357.270,- via het jaarresultaat 2006 van de afdeling Parkeren ten laste te brengen van de reserve Parkeren; 3. De begroting overeenkomstig te wijzigen. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 156