Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 28427]
Dienst/afdeling: ACC
Consequenties
Communicatie
In 2002 heeft het bestuur de aanvraag ingetrokken. In het raadsbesluit inzake het Plan van
Scholen (nr. 18378 d.d. 4 juli 2002) staat, dat dit gebeurde nadat de gemeente "in een overleg
met de stichting Nutsscholen heeft aangegeven dat het wettelijk kader zou worden toegepast".
In 2002 heeft de minister van OC&W in de beoordeling over het plan van scholen (ten aanzien
van een verzoek van een ander schoolbestuur om een r-k school te mogen stichten) overwogen
"dat er onzekerheid bestaat rond het aantal te realiseren woningen in het voedingsgebied en de
fasering van die woningen en dat er vraagtekens zijn rond het voedingsgebied zelfhetgeen met
zich meebrengt dat er naar mijn oordeel sprake is van een kennelijk ondeugdelijke prognose"
(bijlage 4). Daarmee gaf de minister van OC&W expliciet aan dat het wettelijke kader (cq de
prognose) bepalend is bij de beoordeling van de aanvraag. Vraagtekens ten aanzien van het
gekozen voedingsgebied, de prognose, en fasering van de woningbouw zijn ook hier aan de
orde.
Naast de cijfermatige beoordeling zouden andere elementen kunnen zijn de spreiding van de
verschillende denominaties en de vraag op welke locaties scholen moeten zijn/worden
gesitueerd. De procedure tot schoolstichting is echter expliciet geregeld in de wet, inclusief de
weigeringsgronden, waardoor er in de praktijk geen mogelijkheid is voor eigen gemeentelijk
beleid.
Reactie scholen Teteringen:
De besturen van de basisscholen in Teteringen (Openbaar Primair Onderwijs en INOS) geven in
een gezamenlijke brief d.d. 13 april 2006 (bijlage 5) aan "pijnlijk verrast" te zijn door de aanvraag
van de stichting Nutsscholen, wijzen daarnaast op de gemaakte afspraken inzake de
ontwikkeling van 2 multifunctionele accommodaties in Teteringen, en verzoeken de gemeente
vast te houden aan de genomen raadsbesluiten inzake de realisering van die 2 mfa's voor de
bestaande scholen.
Bezwaarmogelijkheden en mogelijke risico's:
De wet bepaalt dat indien geen van de ingediende verzoeken wordt ingewilligd, de gemeente geen plan
van scholen vaststelt. Verzoeker kan binnen 6 weken tegen dit besluit beroep instellen bij de minister van
OC&W. De minister beslist binnen 16 weken op het beroep, met de mogelijkheid om deze termijn met 8
weken te verlengen. Indien verzoeker in een procedure door de minister van OC&W in het gelijk wordt
gesteld, wordt het raadsbesluit vernietigd en daarbij bepaald dat de gemeenteraad de school alsnog
opneemt in het (volgende) plan van scholen. Tegen dat besluit staat voor de gemeente beroep open bij
de Raad van State. Als verzoeker door de minister van OC&W niet in het gelijk wordt gesteld, staat voor
hem eveneens beroep open bij de Raad van State.
In een eventuele juridische procedure zal de discussie zich mogelijk toespitsen op de interpretatie van het
voedingsgebied en de "redelijke afstand".
De gemeente komt aan de hand van een zorgvuldige, transparante en objectieve beoordeling van het
verzoek, tot de conclusie dat de gevraagde schoolstichting niet gerechtvaardigd is, hetgeen in een
eventuele procedure onderbouwd en met redenen omkleed kan worden.
De indiener van het verzoek kan op grond van artikel 80 van de Wet op het Primair onderwijs tegen het
raadsbesluit administratief beroep instellen bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Op deze procedure is de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing.
Communicatie tot nu toe
Op 22 mei 2006 hebben ambtenaren namens de wethouder van Onderwijs overleg gevoerd met
vertegenwoordigers van de stichting Nutsscholen over de inhoud van het raadsvoorstel.
-5-