Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 28444]
Dienst/afdeling: VSO/BWT
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer: 1d
Aantal bijlagen:
Verzoek/voorstel tot aanwijzing van het complex Bouvigne als beschermd monument in het kader van de
Monumentenwet 1988.
Eind 2005 heeft de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) een verzoek/voorstel gericht aan de
gemeente Breda tot aanwijzing van het complex Bouvigne (Bouvignelaan 5) als beschermd monument in
de zin van de monumentenwet 1988.
Dit verzoek komt voort uit de 'verfijningsoperatie' historische buitenplaatsen. Het betreft hier een project
van de RDMZ waarbij na beëindiging over het hele land ongeveer 450 buitenplaatsen zijn aangewezen.
De selectie van buitenplaatsen is gemaakt door een commissie van de Raad voor Cultuur in opdracht van
de minister.
Over het verzoek/voorstel wordt behalve door de gemeenteraad tevens advies uitgebracht door
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en door de Raad voor Cultuur.
De RDMZ te adviseren om het complex Bouvigne (Bouvignelaan 5) op te nemen in het register van
beschermde rijksmonumenten.
Het complex betreft een historische buitenplaats. De oorsprong van de historische buitenplaats, het
hoofdgebouw (Bouvigne), gaat terug tot in de 15e eeuw.
Het omgrachte, op rechthoekige grondslag opgetrokken huis is in verschillende fasen tot stand gekomen;
het westelijk deel met de toren vertegenwoordigt de oudste, vermoedelijk 15de-eeuwse fase van het huis;
in de 16e eeuw is het huis met een oostgevel uitgebreid en vervolgens omstreeks 1615 tot de huidige
blokvormige vorm gebouwd. In 1802 zijn de kruisvensters door schuifvensters vervangen, waarbij de
oude ontlastingsbogen boven de vensters zijn gehandhaafd. Het huis heeft twee restauraties ondergaan:
in 1931-1932 en in 1975-1977.
Het bakstenen huis met speklagen van witte bergsteen bestaat uit een kelder, twee bouwlagen en een
zolder onder twee, door een dakschild verbonden, met leien gedekte zadeldaken. Op de noordwest hoek
staat een zeskantige toren, opgebouwd uit een kelder en vier bouwlagen onder een zeskantige met
zinken leien beklede spits. Alle gevels kennen een regelmatige geleding met meerruitvensters.
De buitenplaats bestaat in de beschrijving van de RDMZ naast het hoofdgebouw uit de volgende
De historische tuin- en parkaanleq.
De gaaf bewaarde 170-eeuwse structuur van de buitenplaats wordt bepaald door de omgrachting
en het lanenstelsel, die op een kaart uit 1621 al duidelijk staan aangegeven. De zogenoemde
Franse tuin is in het begin van de 20e eeuw aangelegd.
De aanleg, die geldt als voorbeeld van een vroeg 20ste-eeuwse historiserende aanleg, kent een
symmetrische opzet. De tuin is in drie compartimenten of tuinkamers opgedeeld: twee aan
weerszijden van het laantje en een verdiept liggend compartiment met een rechthoekige
vijverpartij. De compartimenten zijn van elkaar gescheiden middels pergola's en hagen.
Collectie tuinsieraden.
De tuin is verrijkt met een collectie van 18de- en 19de- eeuwse beelden en vazen die binnen de
tuinaanleg zijn geïntegreerd.
Pergola.
In de Franse tuin staan twee pergola's uit het begin van de 20ste eeuw, samengesteld met
gebruikmaking van oudere bouwfragmenten.
onderdelen:
-1-