Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [8409]
Dienst/afdeling: BD/BZ
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
y
Agendapuntnummer 182
Aantal bijlagen: 1
De bevoegdheid tot het aanwijzen (en zo nodig weer intrekken) van een locatie als gemeentehuis, in
de zin van artikel 1, lid 1 van het Besluit burgerlijke stand.
Artikel 1, lid 1 van het Besluit burgerlijke stand 1994 (Bbs 1994) bepaalt dat de ambtenaar van de
burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand hun ambtsbezigheden
verrichten in het gemeentehuis. Als gemeentehuis moet worden beschouwd het pand waar het
gemeentebestuur zetelt en waar de gemeentesecretarie is gevestigd. Indien daar gewichtige redenen voor
bestaan, kunnen in de gemeente (ook) andere panden dan dat waar de gemeentesecretarie is gevestigd
worden bestemd tot gemeentehuis in de zin van artikel 1, lid 1 van het Bbs 1994. Als gewichtige reden kan
worden beschouwd de, landelijk gezien, duidelijk geconstateerde behoefte om meer keuze te hebben dan
alleen maar de traditionele trouwzaal in het gemeentehuis en daarvoor gebruik te maken van
monumentale gebouwen. Om adequaat te kunnen inspelen op deze behoefte is een meer flexibele
beslissingsbevoegdheid gewenst.
De bevoegdheid tot het aanwijzen (en zonodig weer intrekken) van een locatie als gemeentehuis in de zin van
artikel 1, lid 1 van het Besluit burgerlijke stand op grond van artikel 108, juncto artikel 156, lid 1 van de
Gemeentewet te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders.
De laatste jaren bestaat, landelijk gezien, in toenemende mate belangstelling voor het voltrekken van
huwelijken in monumentale gebouwen. Er valt een duidelijke behoefte te constateren om meer keuze
te hebben dan alleen maar de traditionele trouwzaal in het gemeentehuis.
In Breda zijn buiten het Stadhuis, het Stadskantoor en de Deelstadskantoren ook de Grote Kerk en de
Waalse Kerk als alternatieve trouwlocatie aangewezen bij uw besluit van 29 januari 1998.
Inmiddels zijn wij ook benaderd door de beheerders van respectievelijk de 'Villa Wolfslaar', gelegen op
het Landgoed Wolfslaar en van het voormalige raadhuis van Princenhage aan de Haagsemarkt, die
hebben gewezen op de aantrekkelijkheid van deze gebouwen voor het sluiten van huwelijken. Zij
hebben aangeboden ruimten in die panden voor dat doel beschikbaar te stellen.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stelt zich op het standpunt dat de aan te wijzen
locatie aan een aantal criteria dient te voldoen. Zo moet er in ieder geval sprake zijn van een gebouw
en moet het beginsel van openbaarheid (artikel 63 I BW) in acht worden genomen. Tevens wordt
door de VNG geadviseerd een aantal beheersmatige aspecten contractueel vast te leggen. Ten slotte
is de VNG van mening dat een aantal kwalitatieve criteria dient te worden gehanteerd.
Wij willen de aanbevelingen van de VNG overnemen en een aantal uitgangspunten formuleren die een
zekere mate van (beeld)kwaliteit moeten garanderen en waaraan ieder (toekomstig) verzoek getoetst
dient te worden:
1. een (nieuwe) trouwlocatie dient een kwalitatief alternatief te zijn voor reeds bestaande locaties;
2. een (nieuwe) trouwlocatie dient zodanig gesitueerd te zijn dat de huwelijksvoltrekking
ongehinderd kan plaatsvinden;
3. een (nieuwe) trouwlocatie dient een zekere mate van uitstraling en herkenbaarheid (ambiance) te
hebben, zodat sprake is van een hoogwaardige locatie. In de (nieuwe) trouwlocatie moeten
regelmatig huwelijken worden voltrokken om te voorkomen dat een locatie slechts voor één
huwelijk wordt aangewezen. Het pand moet dus bij het publiek bekend zijn als een locatie waar
regelmatig huwelijken worden voltrokken.
Overigens, waar in het voorgaande sprake is van huwelijken, wordt daarmee eveneens het registreren
van partnerschappen bedoeld.
De hierboven genoemde criteria worden samen met een aantal beheersmatige eisen neergelegd in
een ontwerp-gebruiksovereenkomst De essentie van die overeenkomst is dat de