Gemeente Breda
Bestuursvoorstel: B&W
Registratienr: [8399]
INLEIDING
MOTIVERING/TOELICHTING
COMMUNICATIE
Artikel 1, lid 1 van het Besluit burgerlijke stand 1994 (Bbs 1994) bepaalt dat de ambtenaar van de
burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand hun ambtsbezigheden
verrichten in het gemeentehuis. Als gemeentehuis moet worden beschouwd het pand waar het
gemeentebestuur zetelt en waar de gemeentesecretarie is gevestigd. Indien daar gewichtige redenen voor
bestaan, kunnen in de gemeente (ook) andere panden dan dat waar de gemeentesecretarie is gevestigd,
worden bestemd tot gemeentehuis in de zin van artikel 1lid 1 van het Bbs 1994. Om adequaat te
kunnen inspelen op de toenemende behoefte om meer keuze te hebben dan alleen maar de traditionele
trouwzaal is een meer flexibele beslissingsbevoegdheid gewenst.
De laatste jaren bestaat, landelijk gezien, in toenemende mate belangstelling voor het voltrekken van
huwelijken in monumentale gebouwen. Er valt een duidelijke behoefte te constateren om meer keuze te
hebben dan alleen maar de traditionele trouwzaal in het gemeentehuis.
In Breda zijn buiten het Stadhuis, het Stadskantoor en de deelstadskantoren ook de Grote Kerk en de Waalse Kerk als
alternatieve trouwlocatie aangewezen.
Inmiddels zijn wij ook benaderd door de beheerders van resp. de 'Villa Wolfslaar' op het Landgoed Wolfslaar en van
het voormalige raadhuis van Princenhage aan de Haagsemarktdie hebben gewezen op de aantrekkelijkheid van
deze gebouwen voor het sluiten van huwelijken. Zij hebben aangeboden ruimten in die panden voor dat doel
beschikbaar te stellen.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stelt zich op het standpunt dat de aan te wijzen locatie aan een
aantal criteria dient te voldoen. Zo moet er in ieder geval sprake zijn van een gebouw en moet het beginsel van
openbaarheid (artikel 63 I BW) in acht worden genomen.
Tevens wordt geadviseerd een aantal beheersmatige aspecten contractueel vast te leggen. Ten slotte is de VNG van
mening dat er een aantal kwalitatieve criteria dient te worden gehanteerd.
Wij stellen voor de aanbevelingen van de VNG over te nemen en daartoe een aantal uitgangspunten te formuleren
die een zekere mate van (beeld)kwaliteit moeten garanderen en waaraan ieder (toekomstig) verzoek getoetst dient te
worden:
1een (nieuwe) trouwlocatie dient een kwalitatief alternatief te zijn voor reeds bestaande locaties;
2. een (nieuwe) trouwlocatie dient zodanig gesitueerd te zijn dat de huwelijksvoltrekking ongehinderd kan
plaatsvinden;
3. een (nieuwe) trouwlocatie dient een zekere mate van uitstraling en herkenbaarheid (ambiance) te hebben, die
vergelijkbaar is met een traditionele trouwlocatie in een gemeentehuis. In het verlengde hiervan stelt de VNG dat
in de locatie regelmatig huwelijken moeten worden voltrokken. Dit dient om te voorkomen dat een locatie
slechts voor één huwelijk wordt aangewezen. Het pand moet dus bij het publiek bekend zijn als een locatie
waar regelmatig huwelijken worden voltrokken.
Overigens, waar hier sprake is van huwelijken, wordt daarmee eveneens het registreren van partnerschappen
bedoeld.
Genoemde criteria zijn samen met beheersmatige eisen neergelegd in een gebruiksovereenkomst die bij deze omslag
is gevoegd. De essentie van die overeenkomst is dat de verantwoordelijkheid voor en de regie van de
huwelijksvoltrekkingen in die locatie volledig in de handen van de gemeente blijven.
Om, ook in de toekomst, adequaat te kunnen inspelen op verzoeken in bovenstaande zin behoeft er naar onze
mening geen bezwaar tegen te bestaan de aan de gemeenteraad toegekende bevoegdheid tot het aanwijzen (en
eventueel weer intrekken) van een locatie als 'huis der gemeente'te delegeren aan het college van burgemeester en
wethouders, indien deze verzoeken worden getoetst aan de hierboven vermelde criteria.
Op grond van het vorenstaande wordt voorgesteld conform het bijgesloten raadsvoorstel en -besluit de gemeenteraad
voor te stellen om de bevoegdheid tot het aanwijzen (en zonodig weer intrekken) van een locatie als gemeentehuis in
de zin van artikel 1, lid 1, van het Besluit burgerlijke stand 1994 op grond van artikel 108, juncto artikel 156, lid 1
van de Gemeentewet te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders.
Concept-persbericht.
Pagina 2 van 14