Artikel 1:9
Artikel 1:10
Artikel 1:11
2. Het eerste lid is van toepassing in de situatie dat de feitelijke liquiditeitsbehoefte lager is dan de
verleende voorschotten.
3. Bij een mededeling overeenkomstig dit artikel worden de relevante stukken overgelegd.
Het College kan bepalen dat de privaatrechtelijke rechtspersoon die een projectsubsidie ontvangt,
haar roerende en onroerende zaken op afdoende wijze tegen het risico van diefstal en brand alsmede
tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid tegenover derden, verzekert.
1De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat, behoudens schriftelijke toestemming van het
College, publicatie of het anderszins openbaar maken op grond van deze regeling gesubsidieerd
onderzoek, delen of samenvattingen daarvan, niet plaatsheeft binnen drie maanden nadat deze
aan het College zijn voorgelegd.
2. Het College is bevoegd om onderzoek, bedoeld in het eerste lid, desgewenst te voorzien van
commentaar, één of meermalen te vermenigvuldigen ofte publiceren of anderszins openbaar te
maken of te doen openbaar maken, met vermelding van de bron, zonder dat hiervoor enige
vergoeding is verschuldigd.
3. De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde onderzoeksgegevens
op verzoek van het College onmiddellijk en kosteloos aan het College of aan door het College
aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen beschikbaar worden gesteld.
4. Indien een gesubsidieerde activiteit leidt tot een publicatie, kan het College bepalen dat de
subsidieontvanger er zorg voor draagt dat bij de publicatie wordt aangegeven wie de uitvoerder en
subsidiënt van het project zijn geweest.
5. Indien een subsidie gericht is of mede gericht is op de totstandkoming van een werk als bedoeld in
artikel 10, onder 1°, van de Auteurswet 1912, draagt de subsidieontvanger er zorg voor
auteursrechthebbende te zijn terzake van dat werk.
6. De subsidieontvanger vrijwaart het College voor aanspraken van derden ter zake van alle schade
die zij lijden ten gevolge van de door of vanwege de subsidieontvanger verrichte publicaties.
1. De vergoeding die de instelling betaalt aan een organisatie die zich de ondersteuning van één of
meer gesubsidieerde instellingen ten doel stelt, voor door die organisatie aan de instelling ter
beschikking gestelde goederen, is niet hoger dan het bedrag dat op grond van de verkrijgingprijs
of vervaardigingprijs verminderd met de ontvangen investeringssubsidies en bestemmingsgiften
berekend wordt, rekening houdend met de geldende afschrijvingspercentages.
2. De vergoeding die de instelling betaalt aan een organisatie die zich de ondersteuning van één of
meer gesubsidieerde instellingen ten doel stelt, voor door die organisatie aan de instelling
geleverde diensten, is indien het diensten betreft die in het algemeen door soortgelijke instellingen
in eigen beheer worden verricht, niet hoger dan het bedrag dat gelijk is aan de kosten die de
instelling zou hebben gehad bij het verrichten van de diensten in eigen beheer.
3. De vergoeding die de instelling betaalt aan een organisatie die zich de ondersteuning van één of
meer gesubsidieerde instellingen ten doel stelt, voor door die organisatie aan de instelling
geleverde diensten, andere dan de in het tweede lid bedoelde diensten, is niet hoger dan het
bedrag dat voor het doen verrichten van dergelijke diensten door andere organisaties gebruikelijk
kan worden geacht.
3