Artikel 3:1
Artikel 3:2
Artikel 3:3
Artikel 3:4
Artikel 3:5
HOOFDSTUK 3
Coördinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg
1. Het College kan een projectsubsidie verlenen die bestemd is voor de ondersteuning van de
coördinatie van:
a. steunpunten mantelzorg;
b. organisaties vrijwillige thuiszorg.
De gesubsidieerde activiteiten bestaan uit de ondersteuning van de coördinatie van:
a. zorg in de thuissituatie die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een
hulpbehoevende door een of meer leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening
rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie tussen hulpverlener en de hulpbehoevende oudere,
zieke of persoon met een beperking;
b. huip die personen op vrijwillige basis zonder overeengekomen beloning bieden in de vorm van
hoofdzakelijk vervangende mantelzorg in de thuissituatie aan hulpbehoevende ouderen, zieken of
personen met een beperking.
Subsidie wordt slechts verleend voor bestedingen ten behoeve van hulpbehoevende inwoners van de
Gemeente Breda zoals bedoeld in artikel 3:2 onder a en b van deze Beleidsregels.
1. Subsidie voor de ondersteuning van de coördinatie van vrijwillige thuiszorg wordt slechts
verleend indien over de opzet van een te starten project gericht op de coördinatie van vrijwillige
thuiszorg vooraf overleg heeft plaatsgehad met de ten behoeve van inwoners van Gemeente
Breda werkzame vrijwillige thuiszorgorganisaties.
2. Subsidie voor de ondersteuning van mantelzorg wordt slechts verleend indien over de opzet van
een te starten project gericht op de ondersteuning van mantelzorg vooraf overleg heeft
plaatsgehad met de ten behoeve van inwoners van Gemeente Breda werkzame organisaties voor
mantelzorg.
1. Het College verleent slechts subsidie aan een instelling als:
a. er sprake is van een door de gemeente aanvaard activiteitenplan met een aanvaarde
begroting waarin:
1°. inzichtelijk is gemaakt uit welke activiteiten het dienstverleningsproject bestaat en
hoeveel personen gebruik kunnen maken van deze activiteiten;
2°. inzicht wordt geboden in de georganiseerde activiteiten, het soort instelling dat de
activiteiten uitvoert, de opbouw van de kostprijzen van de uit te voeren activiteiten en de
wijze waarop registratie van de personen en de verantwoording van de activiteiten
zijn georganiseerd;
3°. is vastgelegd dat bij de afrekening van het dienstverleningsproject over de onder 1 en 2
bedoelde onderdelen wordt gerapporteerd.
b. de instelling schriftelijk verklaart alle medewerking te zullen verlenen aan de uitvoering van
een evaluatie van de ingevolge dit hoofdstuk gesubsidieerde activiteiten.
2. Het College geeft bij het verlenen van subsidie voorrang aan activiteitenplannen die een instelling
in overleg met de Gemeente Breda, zorginstellingen, woningcorporaties of lokale
welzijnsinsteilingen heeft ingediend.