Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 28764] Dienst/afdeling: VSO/JP Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 1e Aantal bijlagen: -- Toekennen planschadevergoeding aan de eigenares van het pand Brielsedreef 18 te Prinsenbeek. Door de eigenares van het pand Brielsedreef 18 te Prinsenbeek is een verzoek om planschadever goeding ingediend op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Verzoekster is van mening dat zij door de diverse ontwikkelingen in haar directe woonomgeving schade lijdt in de vorm van waardevermindering van haar onroerend goed. Daar het verzoek is ingediend voor 1 september 2005 is op basis van het "oude" recht uw raad het bevoegd gezag. Nadat het verzoek ontvankelijk is verklaard, is het ter advisering voorgelegd aan een schadebeoor-delingscommissie, Arcadis, Ruimte Milieu te Den Bosch. Te besluiten om aan de eigenares van het pand Brielsedreef 18 te Prinsenbeek een planschade vergoeding toe te kennen. Een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorende concept raadsbesluit. De aanvraagster refereert aan een opeenstapeling van nadelige wijzigingen in haar woonomgeving, waar onder een wijziging van het bestemmingsplan en de nieuwbouw van woningen aan de Brielsedreef. Het verzoek is voor advies in handen gesteld van Arcadis, Ruimte Milieu. Om het verzoek te beoordelen is een tweetal planologische vergelijkingen gemaakt. Allereerst zijn de bestemmingsplannen "Buitengebied" en "Brielsedreef' vergeleken met het bestemmingsplan "Brielsedreef-Schutsestraat", daarnaast is een verge lijking gemaakt tussen het bestemmingsplan "Brielsedreef-Schutsestraat" en de vrijstelling van 16 april 2003 voor de bouw van vier woningen op het perceel Brielsedreef 26 te Prinsenbeek. Met betrekking tot de eerste planologische vergelijking concludeert Arcadis dat er sprake is van een intensi vering van het gebruik daar voor wijziging van het bestemmingsplan één woning mogelijk was, terwijl na wijziging sprake is van meerdere woningen op kortere afstand van het perceel van verzoekers. Deze kleinere afstand heeft tot gevolg dat de inkijk toeneemt, hetgeen de privacy negatief beïnvloedt. Daarnaast maakt het "nieuwe" bestemmingsplan hogere hoofdgebouwen toe. Hier staat tegenover dat onder de "oude" planologie bijgebouwen in de perceelsgrens mochten worden gebouwd. Arcadis concludeert dat desondanks het uitzicht voor aanvraagster negatief wordt beïnvloed. Arcadis concludeert dat het bestemmingsplan "Schutsestraat-Brielsedreef wat betreft de gronden gelegen direct ten noorden van het perceel van aanvraagster leidt tot een negatiever planologische situatie, die een waardedaling voor de woning Brielsedreef 18 tot gevolg heeft. Voor wat betreft de overige gronden gelegen langs het doorgaande gedeelte van de Brielsedreef betekent de "nieuwe" planologie een wijziging van het gebruik. De "nieuwe" planologie laat ter plaatse van gronden die voorheen deels voor agrarisch gebruik deels voor woningen en deels voor tuinen mochten worden gebruikt, woningen alsmede een bedrijf toe. Ondanks dat het aantal woningen toeneemt en een niet- agrarisch bedrijf wordt toegelaten, is er met betrekking tot deze gronden geen sprake van een negatiever planologische situatie. De nieuwe woningen bevinden op 70 m of meer, terwijl het toegestane bedrijf zich bevindt op circa 260 m. Tussen deze objecten en de woning van aanvraagster bevinden zich bestaande woningen, die bepalend zijn voor het uitzicht en het zicht op de nieuwbouw ontneemt. De nieuwe woningen en het bedrijf worden voorts via het doorgaande gedeelte van de Brielsedreef ontsloten, zodat de toename van de verkeersintensiteit relatief beperkt is. Met betrekking tot de planologische vergelijking tussen het bestemmingsplan "Brielsedreef-Schutsestraat" en de vrijstelling van 16 april 2003 merkt Arcadis op, dat de "nieuwe" planologie drie (extra) woningen toelaat op de gronden gelegen direct ten noorden van het perceel van de aanvraagster. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 25