Gemeente Breda Raadsbesluit Registratienr: 29008] Dienst/afdeling: KAB Aantal bijlagen: -- De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op de artikelen 147 en 192 van de Gemeentewet; besluit: I. Vast te stellen de navolgende verordening tot gedeeltelijke wijziging van de APV Breda 2004. Verordening tot gedeeltelijke wijziging van de APV Breda 2004. Artikel I In hoofdstuk 2, Openbare Orde, wordt na afdeling 8, de volgende afdeling 9, toegevoegd: Afdeling 9 Cameratoezicht op openbare plaatsen Artikel 2.9.1 Cameratoezicht op openbare plaatsen 1De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van vaste camera's voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats. 2. De burgemeester heeft de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid eveneens ten aanzien van andere voor eenieder toegankelijke plaatsen. Artikel II In hoofdstuk 2, Openbare Orde, wordt artikel 3.2.6 Prostitutie als volgt gewijzigd: Artikel 3.2.6 Prostitutie 1Het is verboden door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken dan wel op deze uitnodiging of uitlokking in te gaan; 2. Met het oog op de naleving van het in het eerste lid gestelde verbod, kan door politieambtenaren het bevel worden gegeven zich onmiddelijk in een bepaalde richting te verwijderen. Artikel III In hoofdstuk 2, Openbare Orde, wordt artikel 2.1.5.1 Winkelwagentjes als volgt gewijzigd: Artikel 2.1.5.1 Winkelwagentjes 1De rechthebbende op een bedrijf die ten behoeve van het winkelend publiek winkelwagens ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht deze te voorzien van de naam van het bedrijf of van een ander herkenningsteken. 2. Het is verboden zich zonder toestemming van de in het eerste lid bedoelde rechthebbende, met een winkelwagen op de weg te bevinden buiten de onmiddellijke omgeving van het bedrijf als bedoeld in het eerste lid, dan wel, indien het bedrijf gelegen is in een winkelcentrum, buiten de onmiddellijke omgeving van dat centrum. Als onmiddellijke omgeving van het bedrijf of winkelcentrum wordt aangemerkt de weg of het weggedeelte, grenzende aan dat bedrijf of winkelcentrum en tevens een aan die weg of dat weggedeelte aansluitende parkeerplaats, zoals aangegeven op de bijlagen. 3. Het is verboden een winkelwagen die is gebruikt op de weg, onbeheerd daarop achter te laten anders dan op een daartoe aangewezen plaats. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 42