Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 28889]
Dienst/afdeling: BEL
Artikel 6 Wijze van heffing
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van
aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. De heffing van de afvalstoffenheffing zal
geschieden bij wege van aanslag.
Artikel 7 Ontstaan en beëindiging van de belastingschuld
Eerste lid
Blijkens de redactie van het eerste lid wordt de belasting verschuldigd bij het begin van het jaar of, indien dit
later is, bij het begin van de belastingplicht. Hoewel is gekozen voor een tijdvakheffing en niet voor een
tijdstipheffing, ontstaat de materiële belastingplicht ingevolge dit artikellid niet pas aan het einde van het
belastingjaar, doch reeds bij het begin ervan. De belastingschuld kan derhalve in de loop van het
belastingjaar worden geformaliseerd.
Tweede lid en derde lid
In de leden twee en drie zijn regels gegeven die betrekking hebben op wijzigingen gedurende het jaar in de
belastingplicht. In deze verordening is gekozen voor een tijdsevenredige herleiding per maand, waarbij
gedeelten van een maand niet worden meegerekend.
HOOFDSTUK III Reinigingsrecht
Artikel 8 Belastbaar feit
In dit artikel is het belastbare feit omschreven. Het reinigingsrecht heeft betrekking op het genot van door of
vanwege de gemeente verstrekte diensten. Deze omschrijving van het belastbaar feit is gebaseerd op artikel
229, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet.
Artikel 9 Belastingplicht
Belastingplichtig met betrekking tot het reinigingsrecht is degene op wiens verzoek dan wel ten behoeve van
wie de gemeente een extra afvalcontainer heeft verstrekt.
Artikel 10 Maatstaf en tarief
De heffingsmaatstaf voor het reinigingsrecht is het hebben van een extra afvalcontainer. Degene die een of
meer extra afvalcontainers heeft aangevraagd, betaalt een bedrag per extra afvalcontainer.
Artikel 11 Wijze van heffing
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van
aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. De heffing van het reinigingsrecht zal
geschieden bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan
worden opgelegd.
Artikel 12 Ontslaan van de belastingschuld
Met dit artikel wordt tot uitdrukking gebracht dat het reinigingsrecht een tijdstipheffing is. Het bezit van een
extra afvalcontainer op de peildatum 1 januari van het belastingjaar of het op aanvraag verkrijgen van een
extra afvalcontainer op een later tijdstip, doet de materiële belastingplicht terzake van het reinigingsrecht
ontstaan. Doordat voor een tijdstipheffing is gekozen betekent dit dat bij een tussentijdse teruggaaf van de
extra afvalcontainer aan de gemeente, er geen (partiële) restitutie van het reinigingsrecht plaatsvindt. Dit is
mede gebaseerd op het gegeven dat het verschuldigde reinigingsrecht per extra afvalcontainer 55,55
bedraagt, terwijl de gemiddelde gemeentelijke kosten per extra afvalcontainer ongeveer 90,00 bedragen.
HOOFDSTUK IV Nadere bepalingen
Artikel 13 Termijnen van betaling
Eerste lid
De termijnen van betaling zoals deze voorkomen in artikel 250 van de Gemeentewet zijn overeenkomstig in
dit lid opgenomen. In verband met het verenigen van aanslagen op één aanslagbiljet zijn deze termijnen
analoog aan die voor de onroerende-zaakbelastingen, hondenbelasting en het rioolrecht, vastgesteld.
-6-