Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 28893]
Dienst/afdeling: BEL
Artikel 5 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven wegens het hebben van
a. voorwerpen uitsluitend gebezigd voor een weldadig doel of ten algemene nutte
of in het algemeen belang van de gemeente;
b. borden, masten, palen en dergelijke, die in verband met de verkiezingen van
publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht;
c. wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse
Toeristenbond A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen;
d. ten behoeve van postverzending aangebrachte brievenbussen,
postzegelautomaten en niet tot reclame dienende aanwijzingen voor het publiek;
e. voorwerpen en werken, welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten
worden gedoogd;
f. voorwerpen krachtens verpachting, verhuring of een ander privaatrecht of
krachtens een concessie;
g. voorwerpen, welker sloping, verplaatsing of verandering door plaatsing op de
monumentenlijst verboden is;
h. borden tot verhuur of verkoop van woningen of percelen, in het geval deze
borden aan de te verhuren ofte verkopen woningen op percelen zijn bevestigd;
i. borden, die geen grotere oppervlakte dan 0,30 m2 en geen grotere afmeting
dan 1 strekkende meter hebben en welke de naam en verdere bijzonderheden
vermelden van beroep of bedrijf van de persoon of onderneming, welke in het
perceel, waartegen die borden zijn aangebracht, woont, is gevestigd of waar het
beroep of bedrijf wordt uitgeoefend;
j. afvoerbuizen van hemelwater of van faecale stoffen, welke aan een gebouw
zijn aangebracht en niet meer dan 0,10 m buiten de gevel uitsteken;
k. voorwerpen van openbare nutsbedrijven;
I. een zonnescherm of markies, voorzover aanwezig aan woonhuizen welke
uitsluitend voor bewoning in gebruik zijn;
m. ten hoogste twee bloembakken en ten hoogste twee bankjes, voor zover deze
zijn geplaatst binnen de afstand van maximaal 60 centimeter uit de gevel, geen
deel uitmaken van een terras, niet zijn voorzien van reclame-uitingen en niet in
gebruik zijn ten behoeve van de uitstalling van goederen.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in
de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Belastingaanslagen van minder dan 10,00 worden niet opgelegd.
3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen
precariobelasting aangemerkt als één belastingaanslag.
Artikel 7 Berekening van de precariobelasting
Voor de berekening van de verschuldigde belasting wordt ten aanzien van lengte, oppervlakte- en
inhoudsmaten een gedeelte van een tariefeenheid voor een gehele tariefeenheid gerekend.
-2-