Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 28894]
Dienst/afdeling: BEL
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Op grond van artikel 226, tweede iid, van de Gemeentewet wordt de hondenbelasting geheven naar het
aantal honden. Andere heffingsmaatstaven zijn niet mogelijk.
Artikel 5 Belastingtarief
Algemeen
De hondenbelasting is geen bestemmingsbelasting, maar kan worden gezien als een algemene belasting
waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen. Hieruit wordt een bijdrage geleverd in de
kosten, die zijn gemoeid met het schoonhouden van straten, plantsoenen, pleinen e.d. Op deze wijze wordt
uitwerking gegeven aan de profijtgedachte. Voor de hoogte van de tarieven gelden geen beperkingen.
In artikel 5, eerste lid, is gekozen voor een omschrijving waarbij problemen bij het verlenen van ontheffing
zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. Het artikel gaat uit van het aantal honden dat wordt gehouden,
zonder dat wordt aangegeven welk belastingbedrag voor welke individuele hond geldt. De belasting wordt
geheven voor een eerste hond, een tweede hond of voor iedere hond boven het aantal van twee. Op deze
wijze wordt voorkomen dat met de belastingplichtige, die meer dan één hond houdt, problemen kunnen
ontstaan over de hoogte van de te verlenen ontheffing. Bij vermindering van het aantal zal steeds eerst
ontheffing moeten worden verleend voor het hoogste van toepassing zijnde tarief.
Tweede lid
Voor honden gehouden in een kennel, geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in
Nederland, is gekozen voor een vast bedrag per kennel, het zogenaamde 'kenneltarief, in plaats van een
tarief gekoppeld aan het aantal honden. Deze keuze is ingegeven uit praktische overwegingen, omdat de
vaststelling van het juiste aantal honden, in verband met sterke fluctuaties moeilijk is.
Derde lid
Het is mogelijk dat in een kennel minder honden worden gehouden dan het aantal waarop het kenneltarief is
gebaseerd. Óm die reden wordt aan de houder van de kennel in het derde lid de mogelijkheid geboden om
te bewijzen dat hij minder honden heeft gehouden waarna het lagere tarief kan worden toegepast.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De hondenbelasting wordt geheven bij wege van aanslag. De aanslagen hondenbelasting kunnen aldus
worden gecombineerd met de aanslagen onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolrecht.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Ten behoeve van het combineren van aanslagen van diverse heffingen is in dit artikel het ontstaan van de
belastingschuld gelegd aan het begin van het belastingjaar. Uiteraard ontstaat in die gevallen dat iemand
eerst in de loop van het belastingjaar een hond gaat houden, de belastingplicht pas op dat moment.
Aangezien sprake is van een tijdvakheffing is in dit artikel tevens de ontheffingsbepaling opgenomen welke
van toepassing is bij beëindiging van de belastingplicht voor het einde van het belastingjaar.
Artikel 9 Termijnen van betaling
Het gestelde onder artikel 7 betekent tevens dat het aantal termijnen van betaling dient te worden aangepast
aan die in de verordening onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolrecht. Het combineren
van diverse gelijksoortige gemeentelijke belastingaanslagen vereist gelijke termijnen.
Eerste lid
-5-