Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 28895]
Dienst/afdeling: BEL
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1Het havengeld bedraagt per vaartuig, per reis 0,08 per kubieke meter waterverplaatsing met een
minimum van 0,76.
2. Het havengeld bedraagt bij abonnement per vaartuig, per jaar 2,84 per kubieke meter
waterverplaatsing.
Artikels Toepassing tarief
Voor de toepassing van het tarief:
1. wordt voor vaartuigen die per reis langer dan 12 dagen, de dag van aankomst inbegrepen, in de
havens verblijven, voor elk volgend tijdvak van 12 dagen of een gedeelte daarvan het havengeld
opnieuw verschuldigd;
2. wordt indien geen meetbrief wordt overgelegd de hoeveelheid kubieke meter waterverplaatsing
ambtshalve bepaald;
3. wordt een gedeelte van een kubieke meter als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
Het havengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven een aanvang neemt.
Artikel 7 Wijze van heffing
Het havengeld wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede
wordt begrepen een nota of ander schriftuur.
Artikel 8 Termijnen van betaling
1Het havengeld moet worden voldaan op het moment van aanbieding van de nota of ander schriftuur.
2. Indien het havengeld bij wijze van abonnement wordt voldaan, dient het te worden voldaan binnen
een maand na dagtekening van de nota of ander schriftuur.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van het havengeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Vrijstellingen
Het havengeld wordt niet geheven wegens:
a. vaartuigen, eigendom van, in gebruik bij of ten behoeve van de overheid en uitsluitend bestemd voor
de openbare dienst;
b. hospitaalschepen;
c. sleepboten, welke de havens alleen binnenkomen om vaartuigen te brengen of te halen en
onmiddellijk na aankomst weer vertrekken;
d. vaartuigen, in gebruik als woonschepen, die in de havens ligplaats innemen;
e. vaartuigen, waarvan de schippers domicilie hebben te Breda en welke op vrijdag na 16.30 uur de
havens binnenkomen en deze weer verlaten uiterlijk na de eerstvolgende maandag vóór 7.30 uur,
mits gedurende die tijd niet wordt geladen of gelost;
f. vaartuigen, waarvan de schippers aantonen, dat zij wegens ernstige familieomstandigheden de
havens moeten binnenkomen, mits gedurende de gebruiksperiode niet wordt geladen of gelost;
g. vaartuigen die langer dan twaalf dagen in de havens verblijven, de dag van aankomst inbegrepen,
indien en voor zover het voortgezet verblijf het gevolg is van stremming van de scheepvaart door
weersomstandigheden veroorzaakt dan wel wegens andere overmacht;