Notitie Fonds Maatschappelijke Ontwikkeling Samengevat: - Voor alle aanvragen gelden de drie criteria innovatie/creatief, incidenteel en gebiedsgericht. - Initiatieven van burgers onder 50.000 hoeven alleen te voldoen aan het algemeen criterium en deze drie specifieke criteria. - Aanvragen afkomstig van instellingen/ bedrijfsleven en gemeente moeten aan alle criteria voldoen, inclusief de vier toegevoegde criteria. Beoordeling initiatieven Alle aanvragen worden van een advies voor het college voorzien door een in te stellen onafhankelijke en objectieve Commissie FMO. Daarbij geldt dat voor aanvragen kleiner dan 50.000 het college alleen wegens zwaarwegende redenen kan afwijken van het advies. Aanvragen tot 50.000 De Commissie FMO zal bestaan uit drie personen, afkomstig uit het bedrijfsleven, maatschappelijke instelling of hoger onderwijs met een sterke maatschappelijke betrokkenheid en een netwerkverbinding met de stad. Aanvragen beneden 50.000 worden beoordeeld door de Commissie. De Commissie FMO voorziet de aanvraag van een advies, waar het college alleen wegens zwaarwegende redenen van kan afwijken na overleg met de Commissie FMO. De aanvraag met dit advies wordt doorgezonden ter afwerking aan het college. Het college geeft een beschikking af. De Commissie rapporteert na elke aanvraagronde vier keer per jaar) aan het college en stuurt de rapportage ter kennisname aan de commissie Mens en Maatschappij. De Commissie zal ambtelijk worden ondersteund op inhoud en proces. De inhoudelijke ondersteuning betreft toetsing en advisering m.b.t. de raakvlakken met bestaande beleidsterreinen, bestaande projecten en beoordeling van het innovatieve karakter van de aanvragen. Daarnaast kan de financiële en juridische toetsing voorafgaand aan de beoordeling gedaan worden. Het college zal zo snel mogelijk invulling geven aan de bemensing van de Commissie, zodat er komend voorjaar kan worden gestart met deze Commissie FMO. Aanvragen van 50.000 of hoger Aanvragen boven €50.000 worden in eerste instantie aan de Commissie FMO voorgelegd, door haar van een advies voorzien en vervolgens doorgestuurd naar het college. De Commissie FMO kan hiermee bezien of grotere aanvragen passen binnen de doelstellingen,kaders en criteria. Echter het college beoordeelt de aanvragen en werkt die af middels een subsidiebeschikking. Voor deze procesgang wordt gekozen om het college de mogelijkheid te geven na te gaan of er eventueel overlap is met reeds verstrekte subsidiegeiden, strijdigheden met gemeentelijk beleid, juridische implicaties, etc. Overigens is dit ook de werkwijze die wordt gehanteerd bij de afwerking van de buurtbudgetten. Het college zal éénmaal per jaar een korte rapportage uitbrengen aan de gemeenteraad. De Commissie FMO krijgt de besluiten van het college ter kennisname. Initiatieven die middels een aangenomen motie door de gemeenteraad worden genomen, worden zoals alle moties, ter afwikkeling voorgelegd aan het college. Het college zal dan die motie/aanvraag ter advisering ook voorieggen aan de Commissie om te bezien of deze past binnen het kaders en de criteria van het Fonds. Indien dit het geval is, is het college bevoegd de motie uit te voeren ten laste van het Fonds Maatschappelijke Ontwikkeling. Bij een eventueel negatief advies kan het college nagaan of alternatieve financiering mogelijk is, of afwijken van het advies van de Commissie FMO. Notitie FMO: versie 201106 Pagina 3 van 5

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 119