Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 29195]
Dienst/afdeling: BEL
Gebouwd en ongebouwd eigendom
Onder een gebouwd eigendom worden niet alleen constructies van min of meer duurzame aard verstaan
die dienen voor het bewaren van goederen of het beschutten van personen of goederen tegen
atmosferische invloeden. Uit de jurisprudentie volgt dat ook installaties, open inrichtingen, locaties en
dergelijke bouwsels vallen onder het begrip gebouwd eigendom. Zie inzake zwembad Hoge Raad 7 maart
1979, nr. 19017, BNB 1979/125 (Rotterdam), inzake aardgaslocatie Hoge Raad 10 december 1980, nr.
19869, BNB 1981/45 (Denekamp), inzake hoogspanningsmasten Hoge Raad 16 april 1980, nr. 19727,
BNB 1980/183 (Beverwijk), inzake aanlegsteigers Hof Amsterdam 20 oktober 1982, nr. 2049/79, BNB
1984/308, Belastingblad 1985, blz. 114 (Amsterdam), inzake windmolens Hoge Raad 23 februari 1994,
nr. 28837, BNB 1994/135, Belastingblad 1994, blz. 301 (Vlissingen) en Hoge Raad 23 februari 1994, nr.
29115, BNB 1994/136, Belastingblad 1994, blz. 299 (Franekeradeel). Een onroerende zaak die geen
gebouwd eigendom is, moet worden beschouwd als ongebouwd eigendom. Ook indien aan de grond
werkzaamheden zijn verricht of drainage is aangebracht, is sprake van een ongebouwd eigendom. Zo
concludeerde de Hoge Raad op grond van de aard en omvang van de grondwerkzaamheden bij de
aanleg, dat een tennisbaan een ongebouwd eigendom is (Hoge Raad 13 mei 1987, nr. 24454, BNB
1987/219, Belastingblad 1987, blz. 495).
Ook een opstal in aanbouw is volgens de Hoge Raad een ongebouwd eigendom (Hoge Raad 25
november 1998, nr. 33944, BNB 1999/19, Belastingblad 2000, blz. 387 (Amsterdam).
Gedeelten
Een gedeelte van een gebouwd of ongebouwd eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als
afzonderlijk geheel te worden gebruikt is in beginsel een afzonderlijk belastingobject.
Het gaat daarbij om gedeelten die elk nog als zelfstandige en onafhankelijke eenheid kunnen worden
gebruikt (bijvoorbeeld de woning in een flatgebouw). Gemeenschappelijke ruimten in een gebouw worden
niet aangemerkt als een zelfstandig gedeelte maar moeten evenredig aan de overige zelfstandige
gedeelten worden toegerekend. Dit volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 8 juni 1994, nr. 29859,
Belastingblad 1994, blz. 659 (Haren). Uit de jurisprudentie volgt dat van een zelfstandig woongedeelte
sprake is indien een gedeelte redelijk afsluitbaar is en beschikt over een eigen keuken of
kookgelegenheid, douche en toiletruimte. Eventueel kunnen ook aansluitingen op nutsvoorzieningen,
telefoon en kabel een aanwijzing zijn. Zie onder meer
Hoge Raad 9 september 1992, nr. 28352, BNB 1992/341, Belastingblad 1992, blz. 649 (Leiden), Hof's-
Hertogenbosch 9 oktober 1996, nr. 94/3506, Belastingblad 1998, blz. 348 en Hof Amsterdam 3
december 1999, nr. 98/1032, Belastingblad 2000, blz. 202 (Zaanstad). Van een redelijke afsluitbaarheid
is sprake indien het gedeelte feitelijk afsluitbaar is. Het afsluitbaar maken door het alsnog aanbrengen
van een deurslot was in de casus van Hof Arnhem 17 februari 1999, nr. 98/1265, Belastingblad 2000,
blz. 667, niet voldoende. Een gedeelte van een kantoorgebouw is blijkens zijn indeling bestemd om als
een afzonderlijk geheel te worden gebruikt als zodanig gedeelte redelijk afsluitbaar is en aldus kan
worden gescheiden van de overige gedeelten van het gebouw (Hoge Raad 16 december 1987, nr.
25015, BNB 1988/91, Belastingblad 1988, blz. 121 (Amsterdam». Voor een zelfstandig kantoorgedeelte
is het niet voldoende dat een kamer afsluitbaar is (Hoge Raad 8 oktober 2004, nrs. 38443 en 38444,
LJN:AR3500). Indien op een camping sprake is van feitelijk afzonderlijk te onderscheiden percelen die
aan derden worden verhuurd om daarop stacaravans te plaatsen en deze tezamen met het perceel
gebruiken, is op grond van het arrest van de Hoge Raad van 28 september 2001, nr. 36224, LJN:
AD3888 (Maarssen), sprake van zelfstandige gedeelten.
Samenstel (complex)
Kenmerkend voor samenstellen is dat de daartoe behorende eigendommen naar de omstandigheden
beoordeeld bij elkaar behoren en door een en dezelfde (rechts)persoon worden gebruikt. Er zijn dus,
naast het eigendom, twee voorwaarden. Allereerst moeten de eigendommen naar de omstandigheden
beoordeeld bij elkaar behoren. Daarbij kan bijvoorbeeld de afstand tussen de eigendommen een rol
spelen. Vaak zal het ene eigendom een hulpfunctie vervullen voor het andere eigendom. Bijvoorbeeld de
garage die naast de woning staat. Bij de bepaling of de eigendommen naar de omstandigheden bij elkaar
behoren moet ook aansluiting worden gezocht bij de maatschappelijke opvatting. De Hoge Raad heeft in
zijn arrest van 9 mei 2003, nr. 35987, LJN: AD6058, bepaald dat 'bij de beantwoording van de vraag in
hoeverre de door belanghebbende in haar bedrijf aangewende (gedeelten van) eigendommen - die
onmiskenbaar een geografisch samenhangend geheel vormen - als een samenstel moeten worden
aangemerkt, beslissend is of dat bedrijf als één samenhangend geheel moet worden beschouwd,
waarbinnen alle (gedeelten van) eigendommen voor één organisatorisch doel worden aangewend'.
-14-