Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 28789]
Dienst/afdeling: VSO/JP
3. van het MER weer als doorgaande weg geïntroduceerd zonder dat er op concrete maatregelen en
hun effecten wordt ingegaan om het doorgaande verkeer duurzaam te weren. Het feit dat door de
gekozen ontsluitingsvariant 1Bs de verkeersdrukte met circa 20% zou afnemen maakt dat het
aandeel doorgaand verkeer toch nog meer dan 50% blijft hetgeen in strijd is met de voorwaarden van
de gemeente waarbij de functie van doorgangsroute dus niet zal wijzigen en er geen sprake meer is
van een wijkontsluitingsweg. Ook wordt er nergens gesproken over besluiten over concrete
maatregelen en hun effecten inzake het regionale verkeersvraagstuk.
4. Reclamanten blijven twijfels hebben over de representativiteit van de voor het MER gemaakte
verkeersberekeningen zo die al mogelijk zijn. Hiertoe dient volgens reclamanten een op de werkelijke
situatie geijkt model voorhanden te zijn waarin de verkeers-psychologische effecten van omrijden
langs of op de A27 zijn meegenomen. Een andere vraag die hierbij speelt is of in de
vereersberekeningen voor de nieuw te bouwen woningen in Oosterhout de juiste aantallen woningen
zijn meegenomen. Hetgeen in het MER is vermeld wijkt in dit geval sterk af van hetgeen aan
reclamanten door de gemeente Oosterhout is verstrekt. De gerezen twijfel over de
verkeersberekeningen hangt ook samen met de steeds wisselende aantallen te bouwen woningen.
De relatie tussen capaciteit van de Oosterhoutseweg en de aantallen te bouwen woningen is niet
onderzocht althans niet aangegeven/aangetoond.
5. De noodzaak van de bouw van 3000 woningen is volgens reclamanten ook nog steeds niet afdoende
aangetoond. Er is niet ingegaan op het advies van de commissie voor de mer waar zij stellen dat:" in
de sectorale uitwerkingen moet worden gezocht naar grenzen op basis van ontwerpcriteria: hoeveel
woningen/welke locaties horen daarbij".
6. In het kader van de waterhuishouding wordt gesteld dat Teteringen aan sterke verdroging onderhevig
is. Er is in de mer niet aangegeven hoe de toe te voegen woningen deze verdroging zullen doen
toenemen en welke maatregelen hiervoor zullen worden getroffen.
7. Door de toename van het aantal inwoners in Teteringen zal de druk op de natuur en landschap
toenemen. Door de verstedelijking zal volgens reclamanten een (groot) deel van de cultuurhistorische
en de natuurhistorische waarden verloren gaan. Over de externe werking van ingrepen in het
landschap voor de beschermde gebieden van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de
ecologische doorgangszone wordt geen woord gerept in het MER. Er wordt ook niet voldaan aan de
in acht te nemen afstand tot natte natuurparels van 500 meter. Er heeft verder geen integrale
benadering van de historisch ontstane context en effecten door bebouwing van de met natuur en
landschap samenhangende aspecten en van flora, fauna, cultuurhistorie en archeologie heeft niet
plaatsgevonden.
8. Het nieuwe uitgevoerde luchtkwaliteitsonderzoek op basis van de versoepelde regels van
staatssecretaris Van Geel kan geen stand houden nu de Raad van State van mening is dat aan de
Europese normen vastgehouden moet worden. Hiermee vervalt de waarde hiervan maar ook de
onderbouwing van het luchtkwaliteitsplan van de gemeente. De voorgestelde verbeteringen van de
luchtkwaliteit is met veel onzekerheden omgeven. Structurele maatregelen die meer dan een
marginale invloed hebben, en zelfs die zijn er volgens reclamanten nauwelijks, ontbreken.
9. Vragen zich verder af of het verlaten van het "haltermodel" t.b.v. van de voorzieningen in de kom wel
en gelukkige keuze is. Door te kiezen voor de Oosterhoutseweg als stadsontsluitingsweg zal deze
een barrière blijven vormen. Bovendien zijn de naar het Willem Alexanderplein leidende wegen niet
ontworpen op het extra verkeer wat dit tot gevolg zal hebben.
Beoordeling.
1De in de door de Commissie voor de MER opgestelde richtlijnen zijn naar mening van deze
commissie voldoende verwerkt in het MER blijkens het toetsingsadvies van de commissie. In het
toetsingsadvies wordt gesteld dat het MER gedegen is en compleet is uitgevoerd. Bij de toetsing is
bekeken of de richtlijnen voldoende zijn verwerkt in het MER.
2. In de uitspraak van de Raad van State van 9 juni 2004, nummers 200303896/1, 200303897/1 en
200303898/1wordt door de Afdeling onder 2.4.1overwogen dat in het Structuurplan Breda
Noordoost Teteringen voorgestelde maatregelen tot vermindering van het doorgaande verkeer op de
Oosterhoutseweg, voldoende zijn om de effecten van de nieuwe woningen op de verkeerssituatie op
deze weg te compenseren. Voorts is volgens de Afdeling in de toenmalige uitspraak in de
planvoorschriften van het toenmalige plan Om de Haenen binnen de bestemming "Woondoeleinden
nader uit te werken -UW-" uitdrukkelijk is bepaald dat niet eerder mag worden uitgewerkt dan nadat
de effecten van de te nemen en genomen verkeersmaatregelen afdoende zijn gebleken. Hierbij heeft
de Afdeling onder 2.4.3. en volgende het volgende overwogen: