Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 28789]
Dienst/afdeling: VSO/JP
(woningbouw, demografische ontwikkelingen, enz.) en infrastructurele maatregelen waarvan zeker is
dat deze worden uitgevoerd. Bij de prognoses zijn de woningbouwontwikkelingen en de verschillende
verkeerskundige ontsluitingsvarianten in Teteringen meegenomen. De prognoses vormden de input
voor de verkeerskundige en milieukundige analyses (voor wat betreft lucht en geluid). Dit is gebeurd
aan de hand van criteria welke die de commissie MER zijn opgenomen in de richtlijnen d.d. 16
december 2004. Hierbij is een vergelijking gemaakt met de autonome situatie in de avondspits in
2020 (indien er geen maatregelen (woningbouw, aanpassing infrastructuur) in Teteringen worden
uitgevoerd).
Op deze manier is inzichtelijk gemaakt of de afwikkeling van het extra verkeer vanwege de te bouwen
woonwijken op een voldoende adequate wijze kan worden verzekerd. Dit blijkt het geval. De
commissie MER geeft in haar toetsingsadvies voor 8 februari 2006 aan dat de essentiële informatie in
het MER en de achtergrondrapporten aanwezig is. Dit wil zeggen dat hetgeen onderzocht is, correct
is.
ad d De planvorming met betrekking tot de reconstructie van de Oosterhoutseweg is reeds afgerond:
- Fase 1 reconstructie Oosterhoutseweg (wegvak gemeentegrens - Hoolstraat): hierover is reeds een
raadsbesluit genomen, de reconstructie is reeds in uitvoering;
- Fase 2 reconstructie Oosterhoutseweg (wegvak Hoolstraat - Nieuwe Kadijk, inclusief aansluiting): in
het kader van het MER is onderzocht hoe dit wegvak en de aansluiting vormgegeven moet worden
en wat de effecten hiervan zijn op de afwikkeling van het verkeer in de directe omgeving van
Teteringen, waaronder de Oosterhoutseweg alsmede de effecten op het regionale wegennet. De
besluitvorming over de uitvoering van deze maatregel vindt parallel plaats aan het vaststellen van het
bestemmingsplan Om de Haenen.
ad e De variant die gekozen is in het planologisch kader is gebaseerd op prognoses waarbij er geen
maatregelen worden getroffen op de A27. De berekening van de verkeersbelasting op de
Oosterhoutseweg en de effecten van deze belasting zijn dus niet afhankelijk van eventuele
maatregelen op de A27. (zie ook punt 1).
ad f Voor wat betreft de A27 wegvak Hooipolder - St. Annabosch is in het voorjaar 2006 een
verkennende studie gestart. Deze studie volgt onder andere uit de bestuurlijke afspraken die
gemaakt zijn tijdens het bestuurlijk overleg in februari 2006. De studie wordt getrokken door de
Provincie Noord-Brabant in samenwerking met de regionale partners waaronder de gemeenten
Oosterhout en Breda en Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant. In de studie wordt de
verkeersproblematiek op de A27 en de aansluitingen nader onderzocht en worden potentiële
oplossingen en maatregelen beschreven. De mogelijkheid naar een parallelstructuur langs de A27
vormt hier een onderdeel van. De basis voor de uitvoering van deze maatregelen is gelegd in de
Netwerkanalyse Brabantstad. In oktober 2006 vinden onderhandelingen plaats met de Minister van
Verkeer en Waterstaat over de financiering van de maatregelen. (Zie ook paragraaf 3 "Het regionale
verkeersvraagstuk").
ad g. In het kader van het MER zijn de effecten van de maatregelen in Teteringen (woningbouw en
infrastructurele maatregelen waaronder voorzieningen ter beperking van het doorgaand verkeer op
de Oosterhoutseweg) op de belasting op de A27 onderzocht, (zie ook punt 3).
ad h. In de bepaling van het MMA zijn de effecten van de maatregelen in Teteringen op het regionale
wegennet (Oosterhoutse hoofdwegennet en A27) meegenomen in de totale afweging. Dit is heeft
plaatsgevonden conform de door de commissie MER opgestelde richtlijnen. De commissie MER
geeft in haar toetsingsadvies voor 8 februari 2006 aan dat de essentiële informatie in het MER en de
achtergrondrapporten aanwezig is. Dit wil zeggen dat hetgeen onderzocht is, correct is.
Concluderend kan gesteld worden dat gezien de voorgaande motivering bij het opstellen van het
bestemmingsplan Om de Haenen wordt voldaan aan de door de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State bij zijn uitspraak van 9 juni 2004 gestelde voorwaarden ten aanzien van voorgestane
verkeersoplossing.
3. De voorgestelde verkeersmaatregelen zijn gemodelleerd en de verkeersstromen zijn
geprognosticeerd met behulp van een statisch verkeersmodel. Dit type model wordt landelijk voor
studies gebruikt. Met het model zijn prognoses voor de avondspits (de drukste spits in
-12-