Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 28789]
Dienst/afdeling: VSO/JP
Reclamanten geven aan dat de raad in voornoemd besluit heeft bepaald dat uiterlijk ten tijde van de
goedkeuring van de op te stellen bestemmingsplannen, voorgestelde verkeersmaatregelen zullen zijn
uitgewerkt. Verder staat aangegeven dat geen opeenvolgende bestemmingsplannen aan de raad
zullen worden voorgelegd dan nadat de effecten van de getroffen maatregelen afdoende zijn
gebleken. Reclamanten geven aan dat de Oosterhoutseweg nu opnieuw wordt ingericht maar dit kan
hen onvoldoende overtuigen. Zij zijn van mening dat de maatregelen zeker niet voldoende zullen zijn
omdat veel is af te dingen op de veronderstellingen van de gemeente die hiervoor zijn gebruikt. De
feitelijke uitkomst, zo menen reclamanten, laat zien dat de maatregelen nog niet voldoende zijn. De in
het plan genoemde maatregelen zijn niet anders dan ook al genoemd in het eerder door de raad
vastgestelde en door de Raad van State vernietigde bestemmingsplan. Verder is de uitvoering van
een aantal maatregelen nog ongewis omdat deze afhankelijk zijn van de medewerking van andere
overheden.
3. Strijdigheid met het advies van de commissie mer.
De commissie voor de mer heeft in haar advies aangegeven voor de vaststelling van het
bestemmingsplan duidelijk te maken welke stappen genomen worden om de verkeersproblematiek
op regionaal niveau op te lossen. Reclamanten zijn van mening dat vooralsnog niet duidelijk is welke
maatregelen in dit kader getroffen, zowel op regionaal als lokaal niveau, gaan worden.
4. De financiële verantwoording van de aanpak van het verkeersvraagstuk ontbreekt.
Beoordeling.
1Voor de beoordeling van deze zienswijze wordt verwezen naar hetgeen in dit voorstel is gesteld over
de Oosterhoutseweg als ontsluitingsweg en over het regionale vraagstuk. Verder wordt voor de
beoordeling verwezen naar de beoordeling als aangegeven onder punt 2 van de zienswijzen van de
Natuur- en Milieuvereniging Teteringen en A.J. Struijk en anderen als genoemde onder 1 en 2.
2. Ten opzichte van het structuurplan zijn er wel degelijk wijzigingen aangebracht welke invloed hebben
op de afwikkeling van het verkeer van Teteringen via de Oosterhoutseweg. Zo krijgt de westelijke
ontsluitingsweg ook een noordelijke aansluiting via de Groenstraat en het Hoeveneind. Op de
ontsluitingsweg wordt naast de nieuwbouw ook een deel van de bestaande woningen aan de
westkant van Teteringen ontsloten. Aangezien deze weg pas dichtbij de Nieuwe Kadijk een
aansluiting krijgt op de Oosterhoutseweg geeft dit een verlichting van de verkeersdruk op de
Oosterhoutseweg. Ook de ongelijkvloerse kruising van de Oosterhoutseweg met de Nieuwe Kadijk is
nieuw in het plan. Hiermee kan de verhoogde verkeersdruk op deze kruising goed worden
afgewikkeld en wordt voorzien in een veilige oversteek voor fietsers en een goede doorstroming voor
de oversteek van de Nieuwe Kadijk voor het HOV. Daarnaast blijven de doorstroom beperkende
maatregelen overeind zoals doseren en aanpassen van de kruisingen in Teteringen voor het HOV en
het interne (langzaam) verkeer. Buiten Teteringen zijn reeds de aansluitingen Tilburgseweg-A27 en
'Breda Noord' op de A27 aangepast. In het kader van het luchtkwaliteitsplan Breda wordt ook de
doorstroming op de Noordelijke Rondweg verbeterd. Voor wat betreft de A27 is in het MER bij de
berekening van alle verkeerskundige varianten uitgegaan van de bestaande infrastructurele situatie
(2005). Er is dus niet uitgegaan van eventuele capaciteitsverhogende maatregelen op deze weg. Wat
dat betreft is Breda dus niet afhankelijk van andere overheden. Voor wat betreft de aanleg van de
HOV verbinding Oosterhout-Breda-Etten Leur hebben de raden van deze gemeenten zich in het
voorjaar van 2005 uitgesproken over de invoering van HOV. De aanleg hiervan wordt momenteel
verwerkt in allerlei inrichtingsplannen.
3. Aan het genoemde advies van de Commissie voor de MER is, voor zover dit binnen de
mogelijkheden van de gemeente Breda ligt uitvoering gegeven. Na de uitspaak van de Raad van
State over de bestemmingsplannen en de overwegingen hierin inzake de regionale
verkeersproblematiek zijn al diverse stappen gezet om te komen tot een oplossing van deze
problematiek. Voor de uitgebreide beoordeling van deze zienswijze wordt verwezen naar het
gestelde in dit voorstel over het regionale verkeersvraagstuk onder het kopje algemeen.
4. Bij een bestemmingsplan moet ook de economische uitvoerbaarheid van het plan worden
aangegeven. Dit heeft betrekking op de locatie van de bestemming en valt onder
verantwoordelijkheid van de gemeente Breda. Het plan Om de Haenen is economisch uitvoerbaar.
De aanpak van het regionale verkeersvraagstuk wordt in gezamenlijkheid met de gemeente
Oosterhout, Rijkswaterstaat en de Provincie opgepakt. De financiële verantwoording van de aanpak
zal in dat kader plaatsvinden.