Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 28789]
Dienst/afdeling: VSO/JP
de verkeersbelasting op het regionale wegennet. Een en ander is in samenwerking met de regionale
partners geanalyseerd met behulp van het rekenmodel (zie hierover de beoordeling onder punt 3 bij
de zienswijzen van de Natuur- en milieuvereniging Teteringen en A.J. Struijk en andere) Volgens de
bestuurlijke afspraken behoeft het regionale vraagstuk dan ook niet opgelost te worden binnen het
kader van uitbreiding van Teteringen.
2. In Haenen Zuid zal een speelplek worden gerealiseerd waarbij aandacht zal zijn voor alle
leeftijdsklassen. Zo zal een speeltuin worden ingericht met diverse toestellen en zal een trapveldje
gerealiseerd worden.
3. Op initiatief van de vakdirectie Welzijn vindt momenteel een actualisatie plaats van de visie op de
sociale infrastructuur. Hierover is in november 2003 een collegebesluit genomen. Bekeken wordt of
er gewijzigde feiten en omstandigheden zijn op basis waarvan een heroverweging van het besluit al
dan niet aan de orde zou kunnen zijn. De verwachting is dat hierover in 2006 een besluit wordt
genomen.
4. Vanuit het project geschikt wonen voor iedereen zijn er al contacten met de dorpsraad Teteringen. Er
vindt regelmatig overleg plaats. Deze opmerking dient in dit overleg te worden meegenomen.
Conclusie.
Deze zienswijzen ongegrond te verklaren.
12. Gemeente Oosterhout.
Inhoud zienswijzen.
Dienen tegen het plan zienswijzen in omdat zij van mening zijn dat er bereidheid moet zijn bij de
gemeente Breda om mee te werken aan een duurzame oplossing voor de verkeersproblematiek. Het
regionaal overleg en de studies die tot dusver hebben plaatsgevonden achten zij echter onvoldoende
concreet om te kunnen bepalen of het voorgestelde pakket van verkeersmaatregelen voor Oosterhout
acceptabel is.
Beoordeling.
Nadat door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 9 juni 2004 uitspraak was gedaan
inzake de bestemmingsplannen Om de Haenen, Nieuwe Dorpsrand en Waterakkers en Woonakker zijn
diverse zaken gestart zoals onder andere het opstellen van een milieueffectrapportage. Gezien de
overwegingen in de uitspraak over het regionale verkeer is ook het overleg met alle actoren, zowel
bestuurlijk als ambtelijk, op dit vlak gestart. Er zijn, anders dan reclamant stelt, dan ook al diverse
belangrijke stappen gezet, welke voldoende concreetheid in zich hebben, om tot een oplossing van de
regionale verkeersproblematiek te komen. Voor de verdere beoordeling van deze zienswijze wordt verder
verwezen naar het hetgeen hiervoor in het kader van het regionale verkeersvraagstuk in zijn
algemeenheid is aangegeven.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
13 en 14 A.C. Smit en anderen en M. Mommers en anderen.
Inhoud zienswijzen.
In het bestemmingsplan is een aansluiting aangegeven van de Lage Heijning op de te realiseren
parkeerplaats aan de St. Josephstraat en deze zal naar de mening van reclamanten veel overlast gaan
geven. Bovendien zullen verkeersonveilige situaties ontstaan. Er wonen en spelen veel kinderen in de
Lage Heijning en de St. Josephstraat en zijn deze straten al druk met geparkeerde auto's. Met de
voorgestelde aansluiting zal dit verkeer gaan aantrekken en verkeersonveiligheid en overlast tot gevolg
hebben. Deze straten zijn niet geschikt voor het doorlaten van nog meer verkeer.
Beoordeling.
De functies die voorzien worden in en rondom boerderij Rombouts zullen een verkeersaantrekkende
werking hebben welke in omliggende straten mogelijk tot een verandering van de verkeersbelasting zal
leiden. Bij de uitwerking van de plannen vormen zowel verkeersveiligheid als beperking van de
verkeersoverlast belangrijke aandachtsvelden.
-17-