Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 29815]
Dienst/afdeling: SSC/JZ
Agendapuntnummer: 10
Aantal bijlagen: --
Betreft:
Het bezwaarschrift van mevrouw E.J.L. Verhoeven namens het bestuur van de Natuur- en milieuvereniging
Teteringen tegen het besluit van 1 juni 2006 tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een locatie
aan het Zuringveld, gebied De Haenen Zuid te Teteringen.
Inleiding
Op 1 juni 2006 heeft de gemeenteraad van Breda het besluit genomen tot het nemen van een
voorbereidingsbesluit voor een locatie aan het Zuringveld, gebied De Haenen Zuid te Teteringen.
Bij brief van 6 juli 2006 heeft mevrouw E.J.L. Verhoeven, penningmeester van de Natuur- en
milieuvereniging Teteringen hiertegen een bezwaarschrift ingediend.
Voorstel
De bezwaren ongegrond te verklaren en het bestreden besluit in stand te laten overeenkomstig het
advies van de Adviescommissie bezwaarschriften.
Motivering/Toelichting
Op 26 mei 2005 heeft de raad besloten een voorbereidingsbesluit te nemen voor een locatie aan het
Zuringveld, gebied De Haenen Zuid te Teteringen.
Dit besluit is genomen om medewerking te kunnen verlenen aan 4 bouwprojecten aan het Zuringveld,
waarvan de procedures van artikel 19, eerste lid WRO voor drie projecten inmiddels is afgerond. Voor het
project van De Wilde Management B.V. betreffende het realiseren van een hoofdgebouw is de procedure
van artikel 19, eerste lid WRO in gang gezet.
De werkingsduur van het voorbereidingsbesluit is afgelopen op 2 juni 2006 en voorgesteld is dan ook om
een nieuw voorbereidingsbesluit te nemen. Dit is genomen op 1 juni 2006.
Het voorbereidingsbesluit is genomen op basis van artikel 21 van de WRO. Hierin is in het eerste lid
bepaald dat de gemeenteraad kan verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid. Hierin moet dan
volgens het tweede lid worden bepaald voor welk gebied het geldt en met ingang van welke dag dit in
werking treedt. Op basis van dit voorbereidingsbesluit wordt de mogelijkheid geopend om via toepassing
van de zelfstandige projectprocedure ex artikel 19, eerste lid, WRO door middel van vrijstellingsverlening
medewerking te verlenen aan ontwikkelingen in het betreffende gebied.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie AbRvS 15
januari 2003) blijkt dat de gemeenteraad, gelet op artikel 21 WRO, een ruime mate van beleidsvrijheid
toekomt voor het nemen van een voorbereidingsbesluit. Voor een conclusie dat de gemeenteraad niet in
redelijkheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit heeft kunnen komen, bestaat volgens de
uitspraak slechts aanleiding indien reeds bij een globale beschouwing aanstonds duidelijk had behoren te
zijn dat de geplande activiteiten in planologisch opzicht onaanvaardbaar zijn.
De commissie is van oordeel dat hiervan in het onderhavige geval geen sprake is.
De commissie is -gelet op het voorgaande- van oordeel dat de gemeenteraad in redelijkheid tot zijn
voorbereidingsbesluit heeft kunnen komen.
Consequenties
Juridisch.
Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na dagtekening beroep instellen bij de
rechtbank, sector bestuursrecht, in Breda.
-1-