Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 29937]
Dienst/afdeling: SSC/JZ
- Grondslag planschadeverzoek
Reclamanten hebben een verzoek om planschadevergoeding ingediend naar aanleiding van nieuwbouw
van woningen (Wagemakerspark) op het voormalige bedrijfsterrein van verffabriek Teodur. Bij besluit van
het college van 26 september 2001 is vrijstelling van het bestemmingsplan Breda-Zuid ex artikel 19,
eerste lid, van de WRO verleend voor het bouwen van 180 woningen en commerciële ruimten op perceel
Eggestraat ong.
Het bestemmingplan Breda-Zuid is vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van Breda van 22
oktober 1998. Bij besluit van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 8 juni 1999 is aan dit besluit
goedkeuring verleend, welk besluit onherroepelijk is geworden op 14 november 2000. Aan de gronden
waarop de nieuwe woningen (Wagemakerspark) zijn gebouwd, is in het bestemmingsplan de
bestemming "Bedrijfsdoeleinden B" gegeven.
- Voorzienbaarheid
De verzoeken om planschadevergoeding van familie J.H. De Heer en familie A.G.P. Verhagen zijn
overeenkomstig de adviezen van Van Montfoort door de gemeenteraad afgewezen.
Beide reclamanten stellen dat in het advies en de bestreden besluiten ten onrechte wordt gesteld dat de
schade voor hen voorzienbaar was.
De commissie is van oordeel dat deze bezwaren ongegrond zijn.
Ten tijde van de aankoop van de woning van de familie Hagenaars (30 juli 1997) was zowel op grond van
het geldende bestemmingsplan Poolseweg 1963, als het voorontwerpbestemmingsplan Breda Zuid, dat
in juni 1997 is gepubliceerd voor inspraak en vooroverleg, voorzienbaar dat op deze locatie woningbouw
zou kunnen plaatsvinden.
Ten tijde van de aankoop van de woning van de familie De Heer (25 mei 1998) was op grond van het
geldende bestemmingsplan Poolseweg 1963 en het voorontwerpbestemmingsplan Breda Zuid, dat in
juni 1997 is gepubliceerd voor inspraak en vooroverleg, voorzienbaar dat op deze locatie woningbouw
zou kunnen plaatsvinden. Het feit dat in het ontwerpbestemmingsplan Breda Zuid de
wijzigingsbevoegdheid - op verzoek van Teodur - niet was opgenomen, is naar het oordeel van de
commissie niet van betekenis omdat reeds in het geldende bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid
voor onder meer woningbouw was opgenomen. De door reclamant De Heer genoemde jurisprudentie is
naar het oordeel van de commissie in de onderhavige situatie niet van betekenis.
- Onafhankelijk deskundigenadviezen
Reclamanten doen een beroep op het gelijkheidsbeginsel en refereren daarbij aan het advies van de
SAOZ van juni 2003, dat door de gemeenteraad ten grondslag is gelegd aan het besluit van 25
september 2003 tot toekenning van een planschadevergoeding van 10.000,- aan de eigenaar van de
woning Olympiastraat 38.
Reclamanten bestrijden hiermede de inhoud van het advies van Van Montfoort dat door de
gemeenteraad ten grondslag is gelegd aan de bestreden besluiten.
De heer mr. R. Maat heeft namens zijn 13 cliënten ter onderbouwing van hun bezwaren vijf
planschadeadviezen van Verhagen overgelegd.
De heer mr. F.H.L. Vossen heeft het bezwaarschrift van de heer A. Meeuwissen nader onderbouwd met
een planschadeadvies van NEDEB B.V. (Adviesgroep Nadeelcompensatiel van 7 maart 2005.
Op verzoek van het college heeft Langhout Wiarda naar aanleiding van de planschadeadviezen van
Van Montfoort een second opinion uitgebracht.
Het advies van Langhout Wiarda van 13 juli 2006 (kenmerk: 3443-001) luidt - in essentie - als volgt:
1Er zijn geen omstandigheden die aanleiding geven om aan de onafhankelijkheid van Van Montfoort
te twijfelen;
2. het bepaalde in de omschrijving in hoofdlijnen staat niet in de weg aan buitenopslag;
3. ten opzichte van het voorafgaande planologische regime treedt qua bezonning geen zodanige
verandering op dat sprake is van planologisch nadeel.