Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 29926]
Dienst/afdeling: SSC/JZ
- Onafhankelijk deskundigenadviezen
Reclamanten doen een beroep op het gelijkheidsbeginsel en refereren daarbij aan het advies van de
SAOZ van juni 2003, dat door de gemeenteraad ten grondslag is gelegd aan het besluit van 25
september 2003 tot toekenning van een planschadevergoeding van 10.000,- aan de eigenaar van de
woning Olympiastraat 38.
Reclamanten bestrijden hiermede de inhoud van het advies van Van Montfoort dat door de
gemeenteraad ten grondslag is gelegd aan de bestreden besluiten.
De heer mr. R. Maat heeft namens reclamanten ter onderbouwing van hun bezwaren vijf
planschadeadviezen van Verhagen overgelegd.
Op verzoek van het college heeft Langhout Wiarda naar aanleiding van de planschadeadviezen van
Van Montfoort een second opinion uitgebracht.
Het advies van Langhout Wiarda van 13 juli 2006 (kenmerk: 3443-001) luidt - in essentie - als volgt:
1Er zijn geen omstandigheden die aanleiding geven om aan de onafhankelijkheid van Van Montfoort
te twijfelen;
2. het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen staat niet in de weg aan buitenopslag;
3. ten opzichte van het voorafgaande planologische regime treedt qua bezonning geen zodanige
verandering op dat sprake is van planologisch nadeel.
In het advies van Langhout Wiarda wordt ten aanzien van artikel 9, lid I, onder 4 van de Beschrijving in
hoofdlijnen (Bih) het volgende gesteld: "Naar mijn mening is het in de Bih opgenomen voorschrift
onvoldoende bepaald en daarmee niet bindend, gelet op de bewoordingen "zoveel mogelijk".
Naar mijn mening dient het derhalve voor juist te worden gehouden, dat buitenopslag ter plaatse is
toegestaan en in het kader van de maximale invulling van het voorafgaande planologische regime dient
te worden meegenomen. Een en ander zou anders zijn indien met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijk valt uit te sluiten, dat een dergelijke maximale invulling zich zou kunnen manifesteren. Van
een dergelijk uitzondering op de hoofdregel is mij niet gebleken" (einde citaat).
De commissie heeft kennis genomen van de voornoemde deskundigenadviezen en heeft geconstateerd
dat de adviseurs van oordeel verschillen over - kort gezegd - de maximale invulling van het
planologische regime van het bestemmingsplan 'Breda-Zuid', in het bijzonder de bestemming
"Bedrijfsdoeleinden B".
Van Montfoort en Langhout Wiarda stellen dat het bedrijfsterrein optimaal had kunnen worden gebruikt
voor bijvoorbeeld de opslag van goederen, containers, portocabins en dergelijke.
De SAOZ en Verhagen stellen dat het gestelde in artikel 9, lid I, onder 4, van de beschrijving in
hoofdlijnen zich daartegen zou verzetten.
In artikel 9 van de planvoorschriften is bepaald dat gebouwen uitsluitend mogen worden opgericht binnen
de op de plankaart aangegeven bouwvlakken, waarbij de hoogte beperkt is tot 8 meter conform de
aanduiding op de kaart. Het bebouwingspercentage bedraagt ten hoogste 50. Per bedrijf mag ten
hoogste één bedrijfswoning worden opgericht. De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde is
bepaald op 3 meter met uitzondering van terreinafscheidingen welke ten hoogste 2 meter hoog mogen
zijn.
In de beschrijving in hoofdlijnen is onder voornoemd artikel 9 vermeld: "Ten behoeve van de ruimtelijke
kwaliteit van de locaties dient buitenopslag van goederen zoveel mogelijk te worden beperkt".
Van Montfoort is van oordeel dat deze bepaling geen enkele juridische betekenis heeft en dat het
voornoemde advies van de SAOZ op dit punt onjuist is. Op basis hiervan heeft Van Montfoort - in
afwijking van de SAOZ - op grond van een wezenlijk andere beoordeling van de maximale invulling van
het oude planologische regime zijn planschadeadviezen aan de gemeenteraad uitgebracht.
De 'second opinion' van Langhout Wiarda steunt de juistheid van het oordeel van Van Montfoort.
De commissie is van oordeel dat de planschadeadviezen van Van Montfoort juist zijn. De commissie is
niet gebleken van feiten en omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven om de onpartijdigheid
en onafhankelijkheid van Van Montfoort in twijfel te trekken.
-3-