Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 29723]
Dienst/afdeling: VBR/VH
Bij de evaluatie van de BRV in 2004 kwam naar voren dat de ondernemers tevreden waren over de
vergunningensystematiek voor terrassen inclusief de geldigheidsduur van drie jaar Er zijn naar
aanleiding van deze evaluatie wel regels geschrapt die in de praktijk te gedetailleerd bleken te zijn en
daardoor moeilijk te handhaven. Op dit moment bestaat geen aanleiding voor terrasvergunninqen verdere
vereenvoudigingen door te voeren of regels te schrappen.
Voor wat betreft het plaatsen van uitstallingen in de binnenstad kende de BRV van 1995 nog een
algeheel verbod met uitzondering van één bankje danwel maximaal twee bloemen-/plantenbakken aan
de gevel of een uitstalling van groenten/fruit of planten/bloemen bij een ter plaatse gevestigde
onderneming. Uit de evaluatie van 2004 bleek dat er bij ondernemers een grote behoefte bestond aan het
plaatsen van uitstallingen. De afweging van het economisch belang van de ondernemers tegenover de
algemene belangen van bescherming van het historisch stadsbeeld en voorkoming van hinder heeft in
2005 geleid tot een aangepaste BRV met een ruimere uitstallingsmogeiijkheid.
De huidige uitstallingsmogelijkheden zijn beperkt naar soort, plaats, ruimtegebruik en uitstraling.
Voor objecten die bijdragen aan verfraaiing van het straatbeeld, zoals maximaal twee bankjes en
bloemen-/plantenbakken aan de gevel, is de vergunningplicht reeds vervallen. Er is nog wel een
vergunning nodig voor de plaatsing van meerdere bankjes en bloemen-/plantenbakken, een uitstalling
van handelswaar en één losstaand reclamebord. Andere uitstallingen zijn verboden.
De plaatsing van uitstallingen is gebonden aan een aantal restricties die zijn vastgelegd in de BRV. Deze
restricties, zoals omvang, plaats en het vrijhouden van doorgangen voor nood- en hulpdiensten en
voetgangers, worden als zodanig ook als standaardvoorwaarden opgenomen in de vergunningen.
Feitelijk voegt daarmee de vergunningplicht niet veel meer toe dan een beoordeling vooraf van het
uiterlijk van de uitstalling. Het uiterlijk van de uitstalling heeft sinds de inwerkingtreding van de BRV in
2005 nog in geen enkel geval geleid tot het weigeren van een gevraagde vergunning.
Door het afschaffen van de vergunningplicht zullen ondernemers naar verwachting meer gebruik gaan
maken van de uitstallingsmogelijkheid (er hoeven dan geen leges meer te worden betaald, maar de
precariobelasting blijft bestaan) en het is niet ondenkbaar dat daarbij de grenzen zullen worden verkend
In hoeverre dit zal leiden tot gevaarlijke of hinderlijke situaties en/of afbreuk aan het historisch straatbeeld
is op voorhand niet te voorspellen. Door extra inzet van toezicht en handhaving kunnen deze effecten
zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt voorgesteld om de BRV zodanig te wijzigen dat de
vergunningplicht voor uitstallingen in het BRV-gebied vervalt en te volstaan met algemene regels.
Uitbreiding geldingsgebied BRV in verband met de Nieuwe Mark
Achtergronden
De gemeente Breda heeft opdracht gegeven om de westflank van de binnenstad een geweldige impuls te
geven middels de aanleg van water - haven en Nieuwe Mark - en een totale herinrichting van de
openbare ruimte van gevel tot gevel. Voor dit project is een investering van 29,5 miljoen beschikbaar
gesteld.
Doel van het project is om door middel van water en een kwalitatief hoogwaardige inrichting van de
openbare ruimte te komen tot een structuurverbetering van dit gebied.
Het gebied langs de Haven bestaat reeds uit veel historisch waardevolle panden en monumenten en door
de terugkeer van het water zal dit gebied een uitbreiding gaan vormen van de historische binnenstad.
Bovendien is het gebied opgenomen in de aanvraag voor uitbreiding van het Beschermd Stadsgezicht.
Middels de actualisering van het Horecabeleidsplan (2005) is aangegeven dat aan de oostzijde van de
haven en de Nieuwe Mark mogelijkheden worden geboden voor het toevoegen van een aanzienlijke
hoeveelheid horeca. Dit betreft horeca in de categorie I en III: café's/restaurants die 's morgens rond de
koffietijd opengaan, lunch en diners verzorgen maar ook de mogelijkheid bieden voor caféachtige
activiteiten 's middags en 's avonds. Deze horecabestemming zal ook in het nieuwe bestemmingsplan
voor de binnenstad worden vastgelegd. Inmiddels lopen er een vijftal artikel 19 WRO-procedures om
nieuwe Horeca l/lll vestigingen mogelijk te maken.