Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 29876] Dienst/afdeling: VSO/JP 9. Cliënten zijn van mening dat de gemeente bij deze aanzienlijke bestemmingsplanwijziging niet kan volstaan met de zeer beperkte motivering, zoals is opgenomen in 1.2 op pagina 4 van het ontwerpbestemmingsplan. Cliënten menen dat een deugdelijke motivering niet gevonden kan worden, aangezien deze in strijd zou zijn met de uitgangspunten van het vigerende bestem mingsplan en er geen stedenbouwkundige rechtvaardigingsgrond is. Daarnaast houdt art. 19, lid 3 WRO-beleid een deugdelijke motivering eveneens tegen. Daar komt bij dat dit beleid slechts gebruikt kan worden voor kruimelgevallen. 10. Het ontwerpbestemmingsplan is in strijd met art. 10 WRO en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het evenredigheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het fair play beginsel en het motiveringsbeginsel. 11. In de bestemmingsplanvoorschriften zijn enkele verwijzingen opgenomen die niet in overeen stemming zijn met de opzet van de voorschriften. 12. Cliënten gaan er vanuit dat het voorschrift met betrekking tot de bouwdiepte een fout inhoudt. Indien dit niet het geval is en uit dit voorschrift en de andere voorschriften blijkt dat de bouwdiepte maximaal 15 meter mag bedragen, verzoeken cliënten om terzake handhavend op te treden daar het pand hier niet aan voldoet. Beoordeling Met betrekking tot de verwijzing naar de standpunten ingebracht tijdens de bouwvergunningprocedure kan worden opgemerkt dat deze standpunten alsmede de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna te noemen de Raad van State) zijn betrokken bij het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan "Lijsterhof'. Met uitzondering van de gevolgde en de te volgen procedure is het standpunt van de gemeente eveneens ongewijzigd en kunnen de eerder geformuleerde standpunten van de gemeente eveneens als ingelast en herhaald worden beschouwd. Ad. 1. In de uitspraak van de Raad van State van 17 mei 2006 wordt juist expliciet aangegeven dat, indien het college van burgemeester en wethouders van Breda van mening is dat voor bungalows strikte toepassing van de art. 19, lid 3 WRO-beleidsregels tot een resultaat leidt dat het doel van het beleid en de onderlig gende regelgeving voorbij schiet, niet met toepassing van art. 4:84 Awb van de beleidsregels kan worden afgeweken. Hiertoe zullen de beleidsregels dan wel het bestemmingsplan moeten worden gewijzigd. In het onderhavige geval is er voor gekozen om voor het perceel Lijsterhof 5 het bestemmingsplan te wijzigen. Ad. 2 en 3. Voor wat betreft de verbouwde woning, Lijsterhof 5 te Ulvenhout is geen sprake van een afwijking van de stedenbouwkundige uitgangspunten voor de wijk. Wel is er in het ontwerpbestemmingsplan Lijsterhof voorzien in een wijziging van de bouwvoorschriften. De reden hiervoor is dat de gemeente van mening is dat door voortschrijdend inzicht en maatschappelijke ontwikkelingen de bouwvoorschriften van het bestemmingsplan "Woongebied Ulvenhout" voor dit perceel te beperkend zijn. Indien men de bouwvoorschriften van het bestemmingsplan "Woongebied Ulvenhout" gaat vergelijken met de bouwmogelijkheden van het ontwerpbestemmingsplan "Lijsterhof' dan kan worden geconcludeerd dat er van een onevenredige inbreuk op de belangen van de heer en mevrouw Van der Maas geen sprake is. Het bestemmingsplan "Woongebied Ulvenhout" liet voor vrijstaande woningen de bouwhoogte vrij. In een dergelijk geval is de bouwverordening aanvullend van toepassing. Op basis van de bouwverordening zou een bouwhoogte van 15 meter maximaal mogelijk zijn (hetgeen overigens fysiek ter plaatse niet mogelijk is). Voorts was het op grond van het "oude" bestemmingsplan mogelijk om dichter op de perceelsgrens te bouwen dan nu feitelijk het geval is. Door deze bepalingen in combinatie met het toepassen van (grote) dakkapellen zou eveneens een uitbreiding van de woning Lijsterhof 5 mogelijk maken op de verdieping. Ook dan zouden de kamers aan de achterzijde van deze woning uitzicht hebben op de woning en de tuin van cliënten. De consequenties in het kader van de zon- en lichttoetreding zouden vergelijkbaar zijn met de huidige situatie. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 88