Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 29832]
Dienst/afdeling: VSO/JP
9. Openbaar groen is slechts één aspect bij het beoordelen van de leefbaarheid van een gebied. Ook
gebieden met weinig openbaar groen in de directe omgeving kunnen een zeer gewaardeerd leefmilieu
opleveren (bijv de Belcrum). Overigens ligt er op zeer korte afstand openbaar groen (Liniepark,
Valkenberg en binnenkort ook de nieuwe Markoevers).
10. Het antwoord op deze vraag is heiaas sterk juridisch van aard. Er is hier sprake van een
dubbelbestemming, niet van een vrijstellingsbevoegdheid. Deze dubbelbestemming is juist bedoeld om
woningbouw mogelijk te maken. Het bestemmingsplan is bewust flexibel opgesteld. Dit houdt in dat op dit
momentmet name in de strook tussen spoor en Stationslaan, nog niet is aan te geven waar hoe
hoeveel woningen er zullen komen. Hierdoor kan ook niet berekend worden hoeveel geluidsbelasting op
de gevel zal staan. Het laten vervallen van deze dubbelbestemming zou betekenen dat voor ieder
woningproject een procedure gevoerd zou moeten worden.
11. Bij pt. 4 van bezwaarmaker is hierop al in gegaan.
12/13. Voor het beantwoorden van deze vragen verwijzen wij naar punt 2 'milieuaspecten' bij de
algemene beantwoording zienswijzen aan het begin van dit document
14. Op dit moment beschikt CSM over een Wm-vergunning waarin voorschriften zijn opgenomen voor het
voeren van de zogenoemde bietencampagne, de activiteit die de meeste geur veroorzaakt. De
verwachting van de gemeente is dat voor het actualiseren reviseren van de zwaar verouderde Wm-
vergunning binnenkort door het bevoegd gezag (provincie Noord-Brabant) een vooroverleg wordt
opgestart. Dit neemt niet weg dat de gemeente in het bestemmingsplan Stationskwartier uit moet gaan
van de situatie waarin de vergunning nog steeds van kracht is. Om deze reden is in het bestemmingsplan
Stationskwartier de paragraaf "geur" opgenomen.
15. Voor beantwoording van deze vraag verwijzen wij naar punt 2 'milieuaspecten' bij de algemene
beantwoording zienswijzen aan het begin van dit document.
16. Deze bevoegdheid is niet bedoeld (en heeft ook geen werking) voor het toevoegen van extra
bouwlagen of het toevoegen van extra programma. Deze vrijstelling slaat op het gebruik van de
bouwlagen in het gebouw. In de Voorschriften is door middel van boxen aangegeven waar bepaalde
functies gerealiseerd mogen worden. Het is denkbaar dat er bij de bouwplanontwikkeling aanleiding is
om hier beperkt van af te wijken. De vrijstelling heeft dus slechts betrekking op de bevoegdheid om een
bepaalde functie 1 bouwlaag boven of onder de in de box aangegeven bouwlagen te realiseren.
17. De bevoegdheid in 4.6.1.a. is er op gericht om eventueel in de zone tussen Spoor en Stationslaan de
mogelijkheid te hebben een gebouwde en gedeeltelijk ondergrondse parkeervoorziening over het gehele
oppervlak van het perceel te realiseren en daarmee een zogenoemd opgetild maaiveld te creëren. Vanaf
de openbare weg is dit niet zichtbaar.
De bevoegdheid in lid b. is geschrapt.
De toepassing van lid g. is in de bovenstaande vraag al verduidelijkt
18. Geheel onbedoeld is deze mogelijkheid opgenomen onder de vrijstellingsbevoegdheden. Omdat het
plaatsen van dergelijk installaties het wijzigen van de bestemming inhoudt, dient dit artikel geschrapt te
worden.
Wellicht ten overvloede moet opgemerkt worden dat deze bevoegdheid nu in artikel 12.5 is opgenomen.
Dit is een standaard-bepaling die uit de landelijk voorgeschreven systematiek vloeit. Inhoudelijk heeft
bezwaarmaker volkomen gelijk. Het is overigens nauwelijks waarschijnlijk dat van deze bevoegdheid
gebruik gemaakt zal worden.
19. Met het vaststellen van de structuurvisie 2025 is de hoofdstructuur ter ontsluiting van de spoorzone
vastgelegd. In de MER Via Breda zijn optimalisatie maatregelen voorgesteld welke in het kader van de
bereikbaarheidsvisie verder worden uitgewerkt