Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 29832]
Dienst/afdeling: VSO/JP
35. De Stichting is van mening dat er geen productiebedrijven in het plangebied gevestigd mogen
worden.
36. Bezwaarmaker verzoekt de begrippen (artikel 1 van de voorschriften) in alfabetische volgorde te
plaatsen.
37. De Stichting is van oordeel dat de huidige voorschriften voor de stationserven onduidelijk zijn ten
aanzien van de plaatsing van hekwerken. De formulering van lid 3.3.1.a. in combinatie met lid 3.3.1 .d
leidt tot onduidelijkheid.
38. Bezwaarmaker is van oordeel dat de boxen in artikel 4 Gemengde Doeleinden 2, niet correct zijn. En
ook niet aansluiten op de plankaart aangegeven maximale bouwhoogtes.
39. De Stichting wijst op een discrepantie tussen de afbeelding op pagina 31 van de Toelichting en de
plankaart ter plaatse van de Stationsweg.
40. De Stichting wenst meer duidelijkheid waar de in de Toelichting aangegeven uitbreiding van het
woningaantal (van 580 naar 650) wordt gesitueerd.
41. Naar het oordeel van Stichting zijn de vrijstellingsbevoegdheden te ruim geformuleerd en kunnen te
gemakkelijk worden verleend.
42. Ten aanzien van artikel 6 Verkeersdoeleinden pleit de Stichting voor gescheiden rijstroken voor
fietsverkeer.
Beoordeling
1Nergens in de Wet op de Ruimtelijke Ordening is grond te vinden voor de opvatting dat een
bestemmingsplan een Masterplan letterlijk moet volgen. Bovendien zou dit de gevoerde inspraak op het
Masterplan en op het voorontwerp bestemmingsplan niet serieus nemen.
Onduidelijk is wat de Stichting bedoelt met "het rond het station wikkelen" van dit bestemmingsplan.
Het Masterplan geeft in hoofdlijnen de ontwikkelingsrichting van het Stationskwartier aan. Het
bestemmingsplan is daar een juridisch-planologische vertaling van.
Zodra het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen, is het bestemmingsplan het enig bindende
kader.
2. Wij begrijpen de opmerking van bezwaarmaker, maar kunnen daar in het kader van dit
bestemmingsplan geen gevolgen aan verbinden.
3. Opgemerkt moet worden dat het te ontwikkelen programma uit diverse functies bestaat. Afhankelijk
van de wijze waarop deze functies worden gemixt, ontstaan dus andere getallen. Bovendien leidt de
invloed van de Externe Veiligheid tot een complicatie, omdat niet iedere m2 op gelijkwaardige wijze is in
te wisselen voor een andere m2. Wij betreuren het dat hierdoor een zekere verwarring wordt veroorzaakt.
4. Het bestemmingsplan is juist bedoeld om een kader te bieden aan de ontwikkeling van de OV terminal.
Met name om alle betrokkenen (dus ook de omwonenden) duidelijkheid te verschaffen. Aan het verzoek
van de Stichting kan derhalve geen medewerking worden verleend.
5. De uitbreiding van het hotel voegt zich naar de rooilijn, niet andersom. De Spoorstraat blijft na
realisering van de bebouwing, ons inziens, nog steeds een zeer leefbare straat. Wij zijn zelfs van oordeel
dat door de verbeterde geluidssituatie de straat leefbaarder wordt.
6. De stationserven blijven in eigendom bij NS. Met NS wordt een Beheerovereenkomst gesloten over het
gebruik en inrichting van deze semi-openbare ruimten. Voor deze stationserven is de APV van
toepassing.
-36-