Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 29832] Dienst/afdeling: VSO/JP Dhr. Steverink, namens de Vereniging van Eigenaars Emmastraat - Stationsplein Zienswijzen Reclamant is van mening dat door het ontbreken van afbeeldingen, situatietekeningen en tekst aangaande het openbare deel van het huidige stationsplein, het onmogelijk is een goed oordeel te vormen over de gevolgen voor de bewoners. Hij wacht een complete versie van de stukken af. De balkons van de appartementen zijn binnen de plangrenzen van dit bestemmingsplan gelegen. Reclamant verwacht nog een discussie en onderbouwing betreffende de rooilijn en de inrichting van het plein. In de bijlage stelt reclamant dat de benedenwoningen van het woonblok geen direct daglicht meer zullen ontvangen. Beoordeling Reclamant heeft gelijk in zijn constatering dat er weinig informatie is aangaande het stationsplein. Bedacht moet worden dat dit bestemmingsplan geen uitspraken doet, noch kan doen, over de inrichting van de openbare ruimte. Deze materie wordt uitputtend behandeld in het Buitenruimte plan dat gelijktijdig met dit bestemmingsplan in procedure is gebracht. Dit bestemmingsplan geeft naar ons oordeel voldoende inzicht in planologisch - stedenbouwkundige aspecten van dit plein (afmeting, aanliggende bebouwing en functie) om op deze punten een oordeel te kunnen vormen. Daarbij is van belang dat voor de aanlegwerkzaamheden in verband met het stationsplein vergunningen benodigd zijn, waartegen in de toekomst nog rechtsbeschermingsmogelijkheden open staan. De constatering dat de balkons binnen de plangrenzen 'hangen' is correct. De ligging van de rooilijnen is duidelijk op de plankaart aangegeven en hangt samen met het ontwerp voor de OV-Terminal; een nadere discussie hierover achten wij niet van betekenis. De inrichting van het Stationsplein zal aan de orde komen bij het opstellen van het Buitenruimteplan. Nader onderzoek naar dit aspect geeft aan dat er inderdaad sprake is van een verminderde daglichttoetreding. Dit aspect is ambtelijk specifiek onderzocht voor de bestaande appartementen aan Stationsplein - Emmastraat in relatie tot de voorgenomen bouw van de OV-Terminal. Een eerste berekening geeft aan dat in de bestaande situatie de appartementen op de onderste bouwlaag niet voldoen aan de normen zoals die gelden (NEN 8025). Dit wordt primair veroorzaakt door de terugliggende gevel van deze bouwlaag. De overige bouwlagen voldoen wel aan de normen. De bouw van de OV-Terminal leidt er toe dat voor de onderste bouwlaag de situatie verslechtert. De tweede en de derde bouwlaag zitten qua daglichttoetreding licht onder de vereiste normen. De bovenste bouwlagen blijven aan de normen voldoen. Opgemerkt moet allereerst worden dat de normen voor daglichttoetreding geen "harde normen" zijn. In het algemeen kan gesteld worden dat bij ontwikkelingen in bestaand stedelijk gebied een vermindering van daglichttoetreding niet altijd volledig vermeden kan worden. Er mag daarom gemotiveerd van deze normen afgeweken worden, indien zwaarwegende motieven daar aanleiding toe geven. Deze afweging dient in het kader van de besluitvorming bestemmingsplan gemaakt te worden. Daarnaast is van belang dat op basis van het huidige planologische regime, in dit geval van de stedenbouwkundige bepalingen in de Bouwverordening, reeds bouwmogelijkheden bestaan voor de realisatie van een aanzienlijke bouwmassa in de directe nabijheid van de betreffende appartementen. De bouwtitels die voortvloeien uit het bestemmingsplan moeten dan ook in eerste instantie daarmee, en met name met de verminderde lichtinval die daarmee samenhangt, worden vergeleken. Tenslotte speelt een belangrijke rol het grote maatschappelijke belang dat met de ontwikkeling van de OV-Terminal is gemoeid. In theorie is het mogelijk het ontwerp van de Terminal aan te passen op dit punt door ofwel de hoogte omlaag te brengen danwel, dan wel de bouwmassa verder van de bestaande woningen te situeren. Dit is geen realistische optie, nu beide leiden tot vermindering van architectonische/ stedenbouwkundige kwaliteit en tot een vermindering van het aantal te realiseren woningen. Hiermee zou de financiële haalbaarheid van de gebiedsontwikkeling aangetast worden. -40-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 182