Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 30055]
Dienst/afdeling: RGR
Aantal bijlagen: --
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het fractievoorzittersoverleg en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op de artikelen 16 en 82 van de Gemeentewet;
besluit:
I. Artikel 26 van het reglement voor de raadscommissies als volgt te wijzigen:
1. Elke reguliere vergadering van de raadscommissie vangt aan met een vragenhalfuur, tenzij er bij de
voorzitter geen vragen zijn ingediend, in bijzondere gevallen kan de voorzitter bepalen dat het
vragenhalfuur op een ander tijdstip wordt gehouden. Indien na een half uur nog niet alle vragen zijn
beantwoord beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter of de nog niet beantwoorde vragen
zullen worden behandeld of schriftelijk door het college dienen te worden beantwoord.
2. Het lid dat tijdens het vragenhalfuur één of meer vragen wil stellen, dient onder aanduiding van het
onderwerp, de daarover te stellen vragen, ten minste vierentwintig uur voor aanvang van de vergadering
in bij de voorzitter. De voorzitter kan vragen voor het vragenhalfuur weigeren indien:
a. hij van oordeel is dat de vraag niet voldoende nauwkeurig is aangegeven of de vraag geen
betrekking heeft op het werkterrein van de raadscommissie;
b. het onderwerp waar de vragen betrekking op hebben in de commissievergadering van die dag aan
de orde komt;
c. de ingediende vragen geen betrekking hebben op een politiek relevant onderwerp;
d. de vragen geen zodanig spoedeisend karakter hebben dat deze schriftelijk gesteld kunnen worden.
3. De voorzitter bepaalt de volgorde, waarin de aangemelde onderwerpen tijdens het vragenhalfuur aan de
orde worden gesteld.
4. De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vraagsteller, voor de wethouders c.q. de
burgemeester en de overige leden.
5. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college
c.q. de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.
6. Na beantwoording door het college c.q. de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord
om aanvullende vragen te stellen.
7. Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij
aan het college c.q. de voorzitter vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.
8. Tijdens het vragenhalfuur worden geen interrupties toegelaten.
II. Aan het reglement voor de raadscommissies toe te voegen aan artikel 26a luidende:
Artikel 26a:
Na behandeling van de agenda kunnen leden vragen van huishoudelijke of procedurele aard stellen aan de
voorzitter.
III. Artikel 42, lid 8, van het reglement van orde voor de gemeenteraad als volgt te wijzigen:
8. Tijdens het vragenuur worden geen interrupties toegelaten en kan een raadslid, na de beantwoording
door het college c.q. de burgemeester van een gestelde vraag, een motie indienen aangaande het
onderwerp waar de vraag betrekking op heeft.
-1-