Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 29795]
Dienst/afdeling: VSO/JP
De "nieuwe" planologie laat op deze gronden agrarische hulpgebouwen, zoals melkstallen en veld-
schuren, tot een een oppervlakte van 150 m2 en een goot- en bouwhoogte van 4,5 respectievelijk
6 meter toe. Voorts laat dit plan tijdelijke, menstoegankelijke teeltondersteunende kassen of tunnels toe
gedurende 8 maanden per jaar. Gelet op de beperkte toename van de goothoogte is Arcadis van mening
dat wat betreft de gebouwen geen sprake is van een verslechtering van het uitzicht, die het woongenot
van aanvrager negatief beïnvloedt. De "nieuwe" planologie regelt geen hoogte voor genoemde kassen en
tunnels. In theorie zouden deze groter kunnen zijn dan de toegestane andere gebouwen. Gelet echter op
het tijdelijke karakter van de kassen en tunnels alsmede de aard van deze gebouwen acht Arcadis een
grotere goot- en bouwhoogte zeer onwaarschijnlijk. De oppervlakte van de kassen en/of tunnels kan
groter zijn dan de 150 m2 die op grond van het oude plan gold. Realisering van veldschuren en melk
stallen tot een oppervlakte van 150 m2 op de gronden die, gezien vanuit de boerderijwoning van aan
vrager, direct zijn gelegen aan de overzijde van de kettingdreef, betekent dat deze -ook zonder wijziging
van de planologie- grotendeels aan het zicht onttrokken zouden worden. Arcadis meent dan ook dat de
bouwmogelijkheid voor tijdelijke kassen en tunnels niet leidt tot een planologisch nadeliger situatie,
waaruit schade voortvloeit.
Op grond van de "oude" planologie waren de percelen Kettingdreef 8 en 10 deels bestemd voor wonen
en deels bestemd voor agrarisch gebruik zonder agrarisch bedrijfscentrum. Op elk van de percelen was
één woning toegestaan. De "nieuwe" planologie bestemt de percelen Kettingdreef 8 en 10 voor wonen.
Er is op elk perceel één woning toegestaan. Het zuidelijk deel van het perceel Kettingdreef 10, dat het
dichtst bij de woning van aanvrager is gelegen, mag niet worden bebouwd en kan slechts worden
gebruikt als tuin.
De "oude" planologie liet op het zuidelijk deel van het perceel Kettingdreef 10 bouwwerken, geen woning
zijnde, zoals veldschuren en melkstallen tot een oppervlakte van 150 m2 en een goot- en bouwhoogte
van 4 respectievelijk 6 meter opgericht worden. Doordat deze gronden nu slechts als tuin mogen worden
gebruikt, is sprake van een verbetering van het uitzicht.
De "oude" planologie liet op het noordelijk deel van het perceel Kettingdreef 10 één woning toe met een
goothoogte van 4,5 meter; de bouwhoogte was niet geregeld. De inhoud van deze woning mocht niet
worden vergroot. Voorts liet het plan één vrijstaande berging of garage toe met een goothoogte van 3
meter en een maximale oppervlakte van 50 m2. De "nieuwe" planologie laat één woning toe met een
goothoogte van 4,5 meter en een maximale bouwhoogte na vrijstelling van 9,9 meter. Daarnaast mogen
zowel vrijstaande als aangebouwde bijgebouwen worden opgericht tot 82,5 m2 en een maximale goot-
en bouwhoogte na vrijstelling van 3,3 respectievelijk 6,05 meter. Dit betekent een toename van de
goothoogte van 0,45 meter. Daar staat een begrenzing van de bouwhoogte tegenover. De "nieuwe"
plaonlogie laat een grotere oppevlakte bijgebouwen dan de "oude" planologie toe.
Gelet op de afstand van de boerderijwoning van aanvrager tot het gedeelte van het perceel Kettingdreef
10, waarop de woning is toegestaan, van circa 45 meter alsmede gelet op het feit dat aanvrager op grond
van de "oude" planologie op het zuidelijk deel van het perceel Kettingdreef 10, dat is gelegen op kortere
afstand dan het gedeelte van genoemd perceel waarop een woning is toegestaan, bouwwerken tot een
goot- en bouwhoogte van 4 respectievelijk 6 meter waren toegestaan, meent Arcadis dat de grotere
goothoogte van de woning en de grotere oppervlakte aan bijgebouwen het uitzicht vanaf het perceel van
aanvrager per saldo niet negatief beïnvloeden.
Het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek" laat niet zonder meer grootschalige glastuinbouw toe.
Glastuinbouw is eerst mogelijk na toepassing van een in het bestemmingsplan opgenomen wijzigings
bevoegdheid. Van deze wijzigingsbevoegdheid is nog geen gebruik gemaakt. Uit jurisprundentie uit 2005
leidt Arcadis af dat in de planologische vergelijking geen rekening behoeft te worden gehouden met een
niet toegepaste wijzingsbevoegdheid, ongeacht of deze voldoende bepaald is.
De boerderijwoning van aanvrager, Kettingdreef 5 c.a., mocht op grond van de "oude" planologie worden
gebruikt voor agrarisch bedrijfscentrum, inclusief bedrijfswoningen. De "nieuwe" planologie laat het
gebruik als "burgerwoning" toe. Dat betekent dat de boerderijwoning thans overeenkomstig het feitelijke
gebruik is bestemd.
-2-