Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 29800]
Dienst/afdeling: VSO/JP
De "nieuwe" planologie regelt geen hoogte voor genoemde kassen en tunnels. In theorie zouden deze groter
kunnen zijn dan de toegestane andere gebouwen. Gelet echter op het tijdelijke karakter van de kassen en
tunnels alsmede de aard van deze gebouwen acht Arcadis een grotere goot- en bouwhoogte zeer
onwaarschijnlijk. De oppervlakte van
de kassen en/of tunnels kan groter zijn dan de 150 m2 die op grond van het oude plan gold. Realisering van
veldschuren en melkstallen tot een oppervlakte van 150 m2 op de gronden die, gezien vanuit de woning van
aanvrager, direct zijn gelegen aan de overzijde van de Weimersedreef, betekent dat de overige gronden
gelegen tussen de Brielsedreef-Weimersedreef en Kettingdreef -ook zonder wijziging van de planologie
grotendeels aan het zicht onttrokken zouden worden. Arcadis meent dan ook dat de bouwmogelijkheid voor
(tijdelijke) kassen en tunnels niet leidt tot een planologisch nadeliger situatie, waaruit schade voortvloeit.
Arcadis merkt voorts op dat op grond van de "oude" planologie op het ten noordoosten van de woning van
aanvrager gelegen perceel Kettingdreef 6 een agrarisch bedrijfscentrum, inclusief bedrijfswoningen, was
toegestaan. De "nieuwe" planologie beperkt het gebruik tot gebruik voor één woning. Dit is een beperking
van de intensiteit.
Het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek" laat niet zonder meer grootschalige glastuinbouw toe.
Glastuinbouw is eerst mogelijk na toepassing van een in het bestemmingsplan opgenomen wijzigings
bevoegdheid. Van deze wijzigingsbevoegdheid is nog geen gebruik gemaakt. Uit jurisprundentie uit 2005
leidt Arcadis af dat in de planologische vergelijking geen rekening behoeft te worden gehouden met een niet
toegepaste wijzingsbevoegdheid, ongeacht of deze voldoende bepaald is.
Ad. 2
Met betrekking tot bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek, partiële herziening 2005" merkt Arcadis
op dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 1 september 2006 het besluit van
Gedeputeerde Staten vernietigd heeft en dat voor de onderhavige gronden genoemd bestemmingsplan
nog niet onherroepelijk is. Tevens geven zij aan dat uw raad pas op een aanvraag om planschade kan
beslissen zodra een bestemmingsplan onherroepelijk is. Desondanks heeft Arcadis op verzoek de
planologische vergelijking gemaakt en deze opgenomen in het advies.
Daar Gedeputeerde Staten momenteel nog geen nieuw besluit heeft genomen omtrent de goedkeuring van
het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek, partiële herziening 2005" en er geen zicht is op de datum
waarop het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek, partiële herziening 2005" onherroepelijk wordt,
dient de aanvraag voor zover het dit bestemmingsplan betreft niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Conclusie
Het door Arcadis uitgebrachte advies is te beschouwen als advies als bedoeld in artikel 3:9 Algemene
wet bestuursrecht. Het is niet gebleken dat het advies op onjuiste wijze tot stand is gekomen of dat
daaraan anderszins gebreken kleven. Voorgesteld wordt dan ook om in te stemmen met het door
Arcadis uitgebrachte advies en de daarin vermelde motiveringen over te nemen.
U wordt geadviseerd om de raad voor te stellen om, conform het advies van Arcadis, de aanvraag van
dhr. A.C.M Hurks, Weimersedreef 18 te Prinsenbeek voor zover deze betrekking heeft op de planologische
vergelijking tussen het bestemmingsplan "Buitengebied" van de voormalige gemeente Prinsenbeek en de
mogelijkheden van het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek" af te wijzen en de aanvraag voor
zover deze betrekking heeft op de vergelijking tussen het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek"
en het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek, partiële herziening 2005" niet-ontvankelijk te verklaren.
Consequenties
Juridische
Tegen het raadsbesluit kan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar worden ingesteld bij uw
gemeenteraad, waarna beroep openstaat bij de rechtbank en hoger beroep bij de afdeling bestuursrecht
spraak van de Raad van State.
-2-