Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 29982] Dienst/afdeling: VSO/JP bedrijfscentrum en de woning van aanvrager bevinden zich de Weimersedreef en de Brielsedreef en de T-splitsing tussen deze beide wegen. De Weimersedreef is gelegen op een afstand van circa 125 meter van de woning van aanvrager. De Weimersedreef en de Brielsedreef kunnen c.q. zijn in gebruik als ontsluitingsweg, van en naar de langs onder meer de Brielsedreef en Weimersedreef gelegen agrarische bedrijven en woningen. Wij menen geiet op de afstand van de woning van aanvrager tot het "nieuwe" agrarische bedrijfscentrum van circa 145 meter en de ligging van de beide wegen tussen dit bedrijfs centrum en de woning van aanvrager dat de verkleining van de afstand van het agrarisch bedrijfscentrum tot de woning van aanvrager het woongenot niet negatief beïnvloedt. Wat betreft het perceel Weimersedreef 25 en direct aangrenzende gronden geldt dat op grond van de "oude" planologie gebouwen ten behoeve van het agrarisch bedrijf, inclusief bedrijfswoningen, waren toegestaan. Voor de bedrijfsgebouwen gold een goot- en nokhoogte van 6,5 respectievelijk 10 meter. Op grond van de "nieuwe" planologie zijn op het perceel Weimersedreef 25 en aangrenzende gronden gebouwen ten behoeve van het agrarische bedrijf, inclusief bedrijfswoningen, toegestaan. Voor de bedrijfsgebouwen geldt een goot- en nokhoogte van 6,05 respectievelijk 11 meter. Dit betekent dat de goothoogte enigszins afneemt en de bouwhoogte enigszins toeneemt. De "nieuwe" planologie laat een agrarisch bedrijfscentrum op kortere afstand tot de Brielsedreef toe dan de "oude" planologie. Een grotere hoogte kan leiden tot een verslechtering van het uitzicht. Op grond van de "oude" planologie waren tussen het agrarisch bedrijfscentrum en de Brielsedreef en Weimersedreef alsmede op de gronden gelegen ten noorden van de Weimersedreef bouwwerken, geen woning zijnde, zoals veld- schuren en melkstallen tot een oppervlakte van 150 m2 een goot- en bouwhoogte van 4 respectievelijk 6 meter toegestaan. Omdat laatstgenoemde bouwwerken waren toegestaan direct langs de Brielsedreef en Weimersedreef alsmede ten noorden van de Weimersedreef en dus op beduidend kortere afstand van de woning van aanvrager betekent de verkleining van de afstand van het agrarisch bedrijfscentrum tot de woning van aanvrager en daarmee een kleinere afstand tot hogere bebouwing geen verslechtering van het uitzicht vanaf het perceel van aanvrager. Op grond van de "oude" planologie mochten op de overige gronden (de gronden gelegen buiten het agrarisch bedrijfscentrum) bouwwerken, geen woning zijnde, zoals veldschuren en melkstallen tot een oppervlakte van 150 m2 en een goot- en bouwhoogte van 4 respectievelijk 6 meter opgericht worden. De "nieuwe" planologie laat op deze gronden agrarische hulpgebouwen, zoals melkstallen en veldschuren, tot een oppervlakte van 150 m2 en een goot- en bouwhoogte van 4,5 respectievelijk 6 meter toe. Voorts laat de "nieuwe" planologie tijdelijke menstoegankelijke teeltondersteunende kassen of tunnels toe gedurende 8 maanden per jaar. Dit betekent dat de goothoogte van gebouwen, niet zijnde menstoegankelijke teeltondersteunende kassen of tunnels, enigszins toeneemt. Gelet op de beperkte toename van de goothoogte in relatie tot de afstand van deze bouwwerken tot de woning van aanvrager meent Arcadis dat wat betreft deze gebouwen geen sprake is van een verslechtering van het uitzicht vanaf het perceel van aanvrager. De "nieuwe" planologie regelt geen hoogte voor genoemde kassen en tunnels. In theorie zouden deze groter kunnen zijn dan de toegestane andere gebouwen. Gelet echter op het tijdelijke karakter van de kassen en tunnels alsmede de aard van deze gebouwen, acht Arcadis een grotere goot- en bouwhoogte dan 4,5 respectievelijk 6 meter zeer onwaarschijnlijk. De oppervlakte van de kassen en/of tunnels kan groter zijn dan de 150 m2 die op grond van het oude plan gold. Realisering van veldschuren en melkstallen tot een oppervlakte van 150 m2 tussen het agrarisch bedrijfscentrum Weimersedreef 25 en het perceel Brielsedreef 83 in combinatie met bebouwing van het agrarisch bedrijfscentrum Weimersedreef 25 betekent dat de overige gronden gelegen tussen Brielsedreef- Weimersedreef en Kettingdreef -ook zonder wijziging van de planologie- grotendeels aan het zicht onttrokken zouden worden. Arcadis meent dan ook dat de bouwmogelijkheid voor kassen en tunnels voor aanvrager niet leidt tot een planologisch nadeliger situatie, waaruit schade voortvloeit. Het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek" laat niet zonder meer grootschalige glastuinbouw toe. Glastuinbouw is eerst mogelijk na toepassing van een in het bestemmingsplan opgenomen wijzigings bevoegdheid. Van deze wijzigingsbevoegdheid is nog geen gebruik gemaakt. Uit jurisprundentie uit 2005 leidt Arcadis af dat in de planologische vergelijking geen rekening behoeft te worden gehouden met een niet toegepaste wijzingsbevoegdheid, ongeacht of deze voldoende bepaald is. -2- >w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 68