Artikel 7 Jaarvergunningen bedrijven 1. Een bedrijf komt in aanmerking voor een jaarvergunning, geldig binnen een conform artikel 3 aangewezen vergunninggebied, indien: ahet bedrijf voldoet aan het bepaalde in artikel 6, lid 1 onder a en b; én b. het bedrijf de jaarvergunning(en) nodig heeft voor de bedrijfsvoering; én c. het bedrijf reeds in het bezit is van een basisvergunning; óf d. het bedrijf niet in aanmerking kwam voor een basis vergunning, aangezien het beschikt over eigen parkeergelegenheid c.q. had kunnen beschikken over eigen parkeergelegenheid, maar de beschikbare parkeerruimte het verlenen van een jaarvergunning wel toestaat. 2. Een jaarvergunning wordt alleen afgegeven indien de beschikbare parkeerruimte dat naar het oordeel van het college toelaat. 3. Een jaarvergunning wordt op bedrijfsnaam afgegeven, tot een maximum van 6 jaarvergunningen per bedrijf. Artikel 8. Tijdelijke vergunningen 1Bewoners of bedrijven die tijdelijke activiteiten moeten uitoefenen in door het college conform artikel 3, lid 1 aangewezen vergunninggebied en voor de uitoefening van de werkzaamheden naar het oordeel van het college een motorvoertuig nodig hebben, kunnen een tijdelijke vergunning krijgen voor één week of één maand. 2. Indien een bewoner of bedrijf conform het bepaalde in lid 1 in aanmerking komt voor een vergunning kan het college deze vergunning verlenen indien de beschikbare parkeerruimte dat naar het oordeel van het college toelaat. Artikel 9 Zwerfvergunningen 1Een ieder kan aanmerking komen voor een zakelijke zwerfvergunning. 2. Bij het verstrekken van een non-profit zwerfvergunning zal het college jaarlijks, maar in ieder geval voor de onder artikel 2 genoemde datum, een lijst vaststellen van personen/instellingen die naar het oordeel van het college in aanmerking komen voor een dergelijke vergunning. Op deze lijst komen alleen organisaties die naar het oordeel van het college voldoen aan één van de volgende criteria: a. de aanvrager is een vrijwilligersorganisatie met sociaal-maatschappelijke doeleinden of activiteiten op het gebied van gezondheidszorg, die verklaart geen subsidies of andere structurele inkomsten te ontvangen; b. de aanvrager is een professionele zorg- en hulpinstelling, waarvan de betreffende werknemers als eerstelijns zorgverlener binnen het medisch of maatschappelijke werkveld regelmatig op huisbezoek moet komen in het kader van de zorgverlening bij cliënten; c. de aanvrager is een organisatieonderdeel van de gemeente Breda. 3. De onder 2 genoemde aanvragers moeten voldoen aan het volgende: a. de werknemers of de medewerkers van de aanvrager moeten aantoonbaar werkzaam zijn binnen meerdere als zodanig aangewezen vergunninggebieden. b. de werknemers of medewerkers van de aanvrager moeten aantonen dat zij voor hun werkzaamheden een motorvoertuig nodig hebben. 4 Alleen aanvragers die op de door het college vastgestelde lijst staan kunnen in aanmerking komen voor een non-profit zwerfvergunning. 5. Er worden per aanvrager maximaal 7 non-profit zwerfvergunningen verstrekt en alleen als de beschikbare parkeerruimte dit naar het oordeel van het college toestaat. Artikel 10 Vergunningen autodate Bedrijven welke eigenaar en/of houder zijn van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de standplaats is gelegen in een vergunninggebied, hebben recht op een basisvergunning indien de parkeercapaciteit in het gebied het naar het oordeel van het college dat toelaat. Artikel 11 Bezoekersvergunningen en bezoekerspassen 1Ieder huishouden in een door het college op grond van artikel 3, lid 4 aangewezen gebied, heeft in beginsel recht op één bezoekersvergunning óf één bezoekerspas. 2. Het college kan nadere regels en voorwaarden stellen aan het gebruik van de in lid 1 genoemde bezoekersvergunning en bezoekerspas (waaronder tarief, venstertijd, geldigheidsduur, maximale bezoekuren per huishouden per tijdseenheid etc). 3. De in lid 1 genoemde bezoekersvergunning en bezoekerspas zijn geldig op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 109