4. In afwijking van het bepaalde in lid 3 is de bezoekerspas alleen geldig voor zover het tegoed op de bezoekerpas dat toestaat. 5. Indien meer dan 51% van alle vergunninghouders onder de huishoudens van het onder lid 1 genoemde gebied, de in lid 3 genoemde tijdstippen wenst te verruimen, zal het college dit advies opvolgen, tenzij dringende redenen zich hiertegen verzetten. 6. Het college kan in zeer uitzonderlijke gevallen een bezoekersvergunning verstrekken, welke geldig is op andere tijdstippen dan de overige bezoekersvergunningen in het betreffende gebied. Artikel 12 Prioriteitstelling vergunningverlening Het college verleent de hiervoor genoemde vergunningen onder de volgende prioriteitsstelling: a. Per gebied gaan per categorie (d.w.z. basisvergunning, le jaarvergunning, 2e jaarvergunning etc), huishoudens vóór bedrijven en wordt bij de uitgifte van vergunningen aan huishoudens, prioriteit gegeven aan huishoudens waarvan de aanvrager in het bezit is van een geldige gehandicaptenparkeerkaart en een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. b. Vervolgens worden per gebied de basisvergunningen uitgegeven, voor zover de beschikbare parkeercapaciteit in het door het college conform artikel 3 aangewezen gebied dit naar het oordeel van het college toestaat. De datum van aanvraag bepaalt de volgorde van uitgifte. c. Nadat de onder b genoemde basisvergunningen zijn verleend, worden, indien de beschikbare parkeercapaciteit het toelaat, vervolgens de eerste jaarvergunningen geldig voor het vigerende kalenderjaar uitgegeven, waarbij de datum van aanvraag de volgorde van uitgifte bepaalt. d. Nadat de onder c genoemde eerste jaarvergunningen zijn verleend, worden, indien de beschikbare parkeercapaciteit dit naar het oordeel van het college toelaat, vervolgens de tweede en daarna de volgende jaarvergunningen per categorie uitgegeven, waarbij de datum van aanvraag de volgorde van uitgifte bepaalt. Artikel 13 Maximaal aantal vergunningen 1In ieder door het college conform het bepaalde in artikel 3 aangewezen vergunninggebied wordt het aantal verstrekte basis- en jaarvergunningen in beginsel gemaximaliseerd op 120% van het aantal beschikbare parkeerplaatsen. 2. Het college kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, in een op grond van artikel 3 aangewezen vergunninggebied een ander maximum percentage vaststellen, waarbij zij ondermeer rekening houdt met specifieke gebiedsafhankelijke factoren. 3. Indien een gebouw of een perceel over een aantal parkeerplaatsen beschikt, welke exclusief bestemd zijn voor de gebruikers/bewoners van dat gebouw, zal dit aantal in mindering worden gebracht op het maximale aantal voor dat gebouw of perceel te verstrekken basis vergunningen. Nadat de capaciteit voor dat gebouw of perceel is bepaald op het verschil tussen het aantal potentiële aanvragers en het aantal parkeerplaatsen, zullen alle extra aanvragen voor basisvergunning worden geweigerd. Artikel 14 Geldigheid vergunningen 1. Basisvergunningen, jaarvergunningen en tijdelijke vergunningen, zoals genoemd in de artikelen 4 t/m 8, zijn in beginsel geldig in het gehele door het college op grond van artikel 3 aangewezen vergunning gebied. 2. Zwerfvergunningen, zoals genoemd in artikel 9, zijn in beginsel geldig voor alle vergunninggebieden zoals door het college aangewezen. 3. Basisvergunningen, zoals genoemd in de artikelen 4 en 6, worden, tenzij deze om welke reden dan ook worden ingetrokken, verleend voor een jaar en worden daarna in beginsel weer verlengd met een jaar, tenzij de aanvrager niet meer voldoet aan de vereiste criteria. 4. Jaar- en zwerfvergunningen, zoals genoemd in de artikelen 5, 7 en 9, worden, tenzij deze om welke reden dan ook worden ingetrokken, verleend voor een periode van maximaal één jaar. 5. Bezoekers vergunningen en bezoekerspassen, zoals genoemd in artikel 11, worden tenzij deze om welke reden dan ook worden ingetrokken, verleend voor één jaar en worden daarna in beginsel weer verlengd met een jaar, tenzij de aanvrager niet meer voldoet aan de vereiste criteria. Artikel 15 Inhoud vergunningen 1Alle basisvergunningen, jaarvergunningen en tijdelijke vergunningen van huishoudens zoals genoemd in de artikelen 4 en 5 en 8 worden op kenteken gesteld van de eigenaar of houder van het betreffende motorvoertuig of brommobiel. 2. Op de onder 1 genoemde basis- en jaarvergunningen kunnen maximaal 3 kentekens worden geplaatst. 3. Alle basisvergunningen, jaarvergunningen en tijdelijke vergunningen van bedrijven zoals genoemd in de artikelen 6, 7, 8 en 10 worden op naam gesteld van het betreffende bedrijf. 4. Zwerfvergunningen zoals bedoeld in artikel 9 worden op naam van de aanvrager gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 110