Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 30486]
Dienst/afdeling: KAB
Agendapuntnummer: 14
Aantal bijlagen:
Betreft:
Aanpassing APV Breda 2004, artikel 2.9.1 Cameratoezicht op openbare plaatsen, vanwege de uitbreiding
van de bevoegdheid voor bedrijventerreinen.
Inleiding
Op 1 februari 2006 is de Wet cameratoezicht op openbare plaatsen in werking getreden, welke artikel
(151c) aan de Gemeentewet heeft toegevoegd inhoudende regels omtrent cameratoezicht op openbare
plaatsen ter handhaving van de openbare orde door een gemeente.
Op basis van artikel 151c Gemeentewet is in de APV Breda 2004 in het najaar van 2006 een artikel 2.9.1
opgenomen, waarin de gemeenteraad de burgemeester de bevoegdheid geeft om cameratoezicht toe te
passen ter handhaving van de openbare orde. Na amendement van de heer Akinci (GroenLinks) heeft de
gemeenteraad het gebied waarvoor de burgemeester deze bevoegdheid heeft beperkt tot een gedeelte
van de binnenstad. Dit is het gebied waar tot op heden cameratoezicht plaatsvindt in de gemeente Breda,
o.a. uitgaanscentrum, stationsomgeving en Chasséveld, overigens naar volle tevredenheid. De
gemeenteraad heeft daarbij nadrukkelijk aangegeven dat zij zelf wil beslissen over de uitbreiding en inzet
van cameratoezicht. APV-artikel 2.9.1. is op 9 november 2006 in werking getreden. In januari 2007 heeft
de burgemeester het huidige cameratoezicht in de gemeente Breda, binnen het beschreven gebied,
Van enkele bedrijventerreinen - via tussenkomst van de SBBB - is het verzoek ontvangen voor de
mogelijkheden van cameratoezicht op bedrijventerreinen. De bedrijventerreinen vallen buiten het in artikel
2.9.1APV Breda 2004 benoemde gebied. Nu deze wens bestond, werd het wenselijk geacht de
opvattingen van het gemeentebestuur in deze, in eerste instantie via een te voeren discussie in de
raadscommissie Bestuur, te vernemen. In feite betrof het een vervolg op de discussie in de
gemeenteraad in oktober 2006 over de invoering van artikel 2.9.1APV Breda 2004 n.a.v. de
inwerkingtreding van artikel 151c Gemeentewet, waarbij de gemeenteraad zeer terughoudend was in het
bepalen van de ruimte waarbinnen de burgemeester de vrijheid heeft om cameratoezicht in te stellen.
Deze discussie heeft op 25 april 2007 plaatsgevonden in de raadscommissie Bestuur op basis van een
discussienotitie van EZ en het Kabinet van de Burgemeester.
Voorstel
Vast te stellen de navolgende verordening tot gedeeltelijke wijziging van de APV Breda 2004.
Verordening tot gedeeltelijke wijziging van de APV Breda 2004
Artikel 1
In hoofdstuk 2 Openbare orde, afdeling 9 Cameratoezicht op openbare plaatsen, wordt artikel 2.9.1
Cameratoezicht op openbare plaatsen, lid 1 als volgt gewijzigd:
1. De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van
vaste camera's voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats, in de
navolgende gebieden:
het gebied dat wordt begrensd door: Kennedylaan - Vlaszak - Oude Vest - Houtmarkt -
Karnemelkstraat - Markendaalseweg - Prinsenkade (incl. zicht op de Haagdijk) - Nwe
Prinsenkade (incl. zicht op A. van Bergenstraat) - Academiesingel - Belcrumweg - Speelhuislaan -
Terheijdenseweg - Delpratsingel - Kennedylaan;
Chasseveld (incl. zicht op Nieuwe Pasbaan).
De bedrijventerreinen: Moskes, Steenakker, Emer-Zuid, Emer-Noord/Hintelaken/Achter-Emer,
De Krogten/Belcrum-Zuid, lABC/Heilaar-Zuid, De Wig, Hazeldonk, Hoogeind, Moleneind, Doornbos-
Oost/Posthoorn en omgeving.
aangewezen.
-1-