Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 30486] Dienst/afdeling: KAB Motivering/Toelichting Uit de discussie in de raadscommissie Bestuur van 25 april j.l. is gebleken dat een meerderheid van de raadscommissie Bestuur positief staat tegenover cameratoezicht op de bedrijventerreinen, mits hier terughoudend mee wordt omgegaan en de bescherming van de privacy wordt gewaarborgd (hiervoor zijn door de fracties randvoorwaarden genoemd). Daarnaast hebben de raadsfracties gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemers. Er is op aangedrongen de juridische kaders zo spoedig mogelijk te realiseren. De burgemeester heeft toegezegd spoedig met een voorstel tot APV-wijziging te komen. Op verzoek van de raadscommissie Bestuur wordt hierbij dan ook voorgesteld om de bevoegdheid van de burgemeester om cameratoezicht toe te passen ter handhaving van de openbare orde uit te breiden met de bedrijventerreinen. De wens is om na de reeds benoemde gebieden, de bedrijventerreinen binnen de gemeente Breda op te nemen. Dit betreft de volgende bedrijventerrein in de gemeente Breda (met vermelding nummersysteem): Moskes (voorheen Kesteren-MuizenbergA/Vesterhage) (Breda 0-1000) Steenakker (voorheen Westerhage-Zuid/Steenakker/Steenakker-Zuid) (Breda 1000-2000) Emer-Zuid (Breda 2000-3000) Emer-Noord/Hintelaken/Achter-Emer (Breda 3000-4000) De Krogten/Belcrum-Zuid (Breda 4000-5000) lABC/Heilaar-Zuid (Breda 5000-5800) De Wig (voorheen gedeelte van Breda-West) (Breda 5800-6000) Het tweede lid ('De burgemeester heeft de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid eveneens ten aanzien van andere voor een ieder toegankelijke plaatsen binnen het gebied zoals omschreven in lid 1') blijft ongewijzigd. Dit biedt de burgemeester de bevoegdheid om cameratoezicht toe te staan, in overleg met de lokale driehoek, op deze bedrijventerreinen, indien dat gewenst is in het kader van de handhaving van de openbare orde. In de aanwijzing dient te worden aangegeven hoe lang het project zal lopen en wanneer een evaluatie plaatsvindt. Belanghebbenden kunnen tegen deze aanwijzing bezwaar aantekenen. Vanwege de gevoeligheid voor inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van burgers moet terughoudend te worden omgegaan met het inzetten van cameratoezicht. De inzet van het cameratoezicht dient direct gekoppeld te zijn aan het doel. Daarbij moet het zo selectief mogelijk zijn, dat wil zeggen zo beperkt mogelijk zijn in aard, omvang, intensiteit en duur. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de context/omgeving en gevoeligheid van de daarin opgenomen beelden. Het cameratoezicht kan bijvoorbeeld variëren in de tijden wanneer het cameratoezicht plaatsvindt, de locatie, het al dan niet opnemen dan wel direct uitlezen van de beelden en de periode van cameratoezicht. Het cameratoezicht op basis van de Wet cameratoezicht zal overigens op termijn dienen te voldoen aan de regels waarnaar verwezen wordt in het 'Besluit cameratoezicht op openbare plaatsen' (zie achtste lid), op het moment dat dit besluit in werking treedt. De inwerkingtreding was verwacht in mei 2006, tot op heden is echter nog niet bekend wanneer het besluit in werking zal treden. Vermoedelijk geldt na de inwerkingtreding van het besluit een overgangstermijn voor het reeds lopende cameratoezicht. De lokale driehoek heeft op 14 mei 2007 ingestemd met dit voorstel. Uitgangspunt blijft dat er terughoudend moet worden omgegaan met het inzetten van cameratoezicht in de openbare ruimte. Dit heeft ook de gemeenteraad aangegeven. Hierbij zal dan ook aan alle eisen van de wet moeten zijn voldaan. Dit betreft ook afstemming binnen de lokale driehoek en het uitlezen van beelden onder verantwoordelijkheid van de politie. Hazeldonk Hoogeind Moleneind (voorheen Moleneind-Oost) Doornbos-Oost/Posthoorn en omgeving (Breda 6000-7000) (Breda 7000-8000) (Breda 8000-9000) (Breda 9000-9900) -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 136