Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 29957]
Dienst/afdeling: SSC/JZ
Uit het deskundigenadvies blijkt dat door de planmutatie thans op grond van het bestemmingsplan op
een afstand van circa 42 meter ten westen van de woning van reclamant op de hoek Irenestraat en de
Beatrixstraat gestapelde bebouwing kan worden gerealiseerd.
De nieuwe bebouwing is weliswaar twee bouwlagen hoger dan hetgeen voorheen mogelijk was, echter
nu is er geen sprake meer van een gesloten bebouwingsfront aan de overzijde van de Irenestraat en de
nieuwe bebouwing is verder verwijderd van de woning van reclamant dan de voorheen mogelijke
woonbebouwing. Gelet hierop en gezien de oude planologische forse bebouwingsmogelijkheden ter
plaatse kent de SAOZ hieraan in de sfeer van het uitzicht geen overwegende betekenis toe.
Ten aanzien van het gebruik van de gronden ten westen van de woning van reclamant, heeft zich in
planologisch opzicht geen wijziging voorgedaan. Volgens het SAOZ is er geen sprake van een
verslechtering van de planologische situatie gelet op de als gevolg van de planologische mutatie met zich
meegebrachte voordelen voor reclamant in de vorm van een doorbreking van het gesloten forse
bebouwingsfront ten westen van de woning
Ten aanzien van de realisering van het appartementengebouw ter hoogte van het voormalig
Gommageterrein merkt de SAOZ op dat de voordelen van de planologische mutatie voor reclamant in de
vorm van een doorbreking van het gesloten bebouwingsfront ten zuiden van de woning van reclamant en
het verdwijnen van potentieel milieuhinderlijke bedrijvigheid het specifieke nadeel van de door het
vrijstellingsbesluit mogelijk gemaakte woonbebouwing, zijnde enig verlies aan privacy, van een
dusdanige aard en betekenis is dat voor reclamant geen sprake is van een relevante verslechtering van
de planologische situatie.
Ten aanzien van de woningen ter hoogte van het voormalige benzinestation ten zuidwesten van de
woning van reclamant wordt door het SAOZ gesteld dat als gevolg van de planologische mutatie
potentieel milieuhinderlijke bedrijvigheid uit dat gebied is verdwenen. De nieuwe functie (wonen) past
naar zijn aard ook beter bij de omgeving dan de oude functie (motorbrandstofverkoop). Gelet op de
afstand en de sterk zijdelingse situering van de nieuwe woningen ten opzichte van de woning van
reclamant dient tevens te worden geconstateerd dat in planologisch opzicht geen aantasting van de
privacy is opgetreden. Derhalve doet zich wat betreft het gebruik geen verzwaring voor ten opzichte van
de voorheen geldende planologische mogelijkheden.
Tot slot merkt de SAOZ op dat de door reclamant gestelde overlast als gevolg van de herinrichting van de
Irenestraat geen rechtstreeks gevolg is van de nieuwe planologie. Dergelijke schade komt dan ook niet
voor vergoeding ex artikel 49 WRO in aanmerking.
Met betrekking tot eventuele schade en/of hinder (zoals scheuren in de muren en overlast tijdens de
bouwwerkzaamheden) ten gevolge van de uitvoering van de werkzaamheden wordt opgemerkt dat dit
geen rechtstreeks gevolg is van de nieuwe planologie, maar van de werken en werkzaamheden ter
uitvoering van de planologische mogelijkheden die dat plan biedt. Dergelijke schade komt niet voor
vergoeding ex artikel 49 WRO in aanmerking.
Het door de schadebeoordelingscommissie uitgebrachte advies is te beschouwen als een advies als
bedoeld in artikel 3:9 Awb. Het is de commissie niet gebleken dat dit advies op onjuiste wijze is tot stand
gekomen of dat daaraan anderszins gebreken kleven. Reclamant heeft de inhoud van dat advies ook niet
bestreden door overlegging van een deskundig tegenadvies.
Naar het oordeel van de commissie is bij de beoordeling van het planschadeverzoek een juiste
vergelijking gemaakt tussen het oude en het nieuwe planologische regime
Het bestreden besluit kan derhalve - naar het oordeel van de commissie - in stand blijven.
Consequenties
Juridisch.
Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na dagtekening beroep instellen bij de
rechtbank, sector bestuursrecht, in Breda.
-2-