Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 30199] Dienst/afdeling: VSO/JP Zij zijn van mening dat de volumegroei van productie en verkeer de technische vooruitgang compenseert. De BMF verzoekt daarom om de robuustheid van de berekeningen te verifiëren, evenals de toetsing aan metingen. 4. De BMF vindt dat de landschapsecologische zone (LEZ) wordt versnipperd en te veel oost-west is gericht. Om de functie als bufferzone tussen twee stedelijke kernen en ecologische verbinding te kunnen vervullen dient volgens hen de LEZ noord-zuid te zijn gericht. De BMF is van mening dat een duurzaam functionerende ecologische structuur geheel gevrijwaard dient te blijven van rode functies. 5. De BMF pleit er voor om de ecologische zones niet te doorsnijden met nieuwe infrastructuur. 6. Volgens de BMF ontbreekt het in het structuurplan aan inzichten en randvoorwaarden, die garanderen dat de groene ambities in het gebied ook gelijktijdig of eerder dan het verstedelijkgsprogramma zullen worden gerealiseerd. De BMF meent dat realisatie van de groenblauwe dooradering en de LEZ concreet en gedetailleerd in het plan dient te worden opgenomen, in de vorm van afrekenbare resultaatverplichtingen. Ook dienen de kosten voor ontwikkeling meegenomen te worden in de exploitatiekosten. 7. De BMF vindt dat er goede inventarisaties van natuurwaarden in het totale plangebied moeten plaatsvinden op basis van wetenschappelijk erkende methoden. 8. De BMF vraagt om aanpassing van het structuurplan door het toevoegen van de effecten van de ontwikkelingen rond het Minerva en Dorst voor het totaalbeeld. Ad. 1. De ontwikkeling van Lijndonk-Tervoort is gebaseerd op het Uitwerkingsplan in de zin dat in het Uitwerkingsplan het gebied Lijndonk-Tervoort hierin als transformatieruimte is opgenomen, welke noodzakelijk is om de stedelijke opgave te accommoderen. De planhorizon is overigens 2020 en niet 2030, zoals abusievelijk op pagina 8 stond vermeld. Het klopt dat de ontwikkeling zou moeten aansluiten op de laatste fases van Teteringen zodat we in een constante bouwstroom van groenstedelijke woonmilieus kunnen voorzien. Het oorspronkelijke programma van Teteringen was 3.000 woningen. Gedurende de verdere ontwikkeling van de plannen is het woningaantal aan schommelingen onderhevig geweest en nooit als een absoluut aantal aangegeven. Thans is het aantal woningen rond Teteringen, zoals opgenomen in het MER 2.770 woningen. De gemeente wil Lijndonk-Tervoort naar voren halen vanuit kwalitatieve overwegingen, behoefte aan groenstedelijke- en dorpse woonmilieus, niet vanuit de behoefte aan grotere aantallen. De binnenstedelijke capaciteit is dus niet altijd een antwoord op de woonvraag. Ad. 2. In de wet is de 35 Ke als norm opgenomen. Dit betekent dat er van uitgegaan kan worden dat buiten de 35 Ke-contour de geluidsituatie geschikt is voor wonen. Een verdere aanscherping van deze norm wordt niet noodzakelijk geacht. Ad. 3. In het kader van de MER Breda Oost heeft uitgebreid onderzoek plaatsgevonden met betrekking tot de luchtkwaliteit. Dit onderzoek is uitgevoerd door een gerenommeerd adviesbureau en voldoet aan de (wettelijke) vereisten voor een dergelijk onderzoek. Dit geldt ondermeer voor de gebruikte meet- en rekenmodellen. Niet valt in te zien waarom vraagtekens zouden moeten worden gezet bij de onderzoeken. Waarschijnlijk is er bij de indiener een misverstand gerezen over de door de gemeente Breda erkende belangrijke noord-zuidstructuur. De gemeente volgt het beleid van de provincie, zoals dit is verwoord in het Uitwerkingsplan, volledig. Echter het merendeel van de noord-zuid verbinding is gelegen op het grondgebied van de gemeente Gilze en Rijen. Het deel dat op het grondgebied van de gemeente Breda is gelegen is als Ecologische Verbindingszone aangeduid op de kaart, zonder rode functies. Aan deze zienswijze werd dus al voldaan. Beoordeling Ad. 4. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 67