Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 31054] Dienst/afdeling: VSO/JP Conclusie. Deze zienswijze deels ongegrond en deels gegrond te verklaren een en ander overeenkomstig hetgeen hiervoor is aangegeven. 105. J.C. Temme. Inhoud zienswijze. a. Reclamant meent dat door de ophoging van de Bouverijen een barrière zal ontstaan die het natuurlijke afschot zal belemmeren en waardoor mogelijk watovelast in de bestaande wijk zal ontstaan. b. Heeft bezwaar tegen het laten verdwijnen van de speelweide/speelplaats in Kerkeind 4 en het openbaar groen in Kerkeind en het opofferen hiervan een het ophoogplan. Het is niet noodzakelijk ook deze gronden op te hogen. Beoordeling. a. Hierover is nadrukkelijk overleg geweest. De huidige wijk zal geen wateroverlast van de Bouverijen ondervinden. Zo zal al het water komend van de cluster via de tussenliggende groenstroken aflopen naar de Waterakkers. Verder zal voor alle bouwplannen, die als uitwerking van het stedenbouwkundig plan zullen worden opgesteld, deze watervraag altijd aan de orde komen en daar waar nodig zullen extra maatregelen worden voorgesteld. Bovendien is het zo dat in het rioleringsstelsel van de Bouverijen wordt voorzien in de ontkoppeling van het regenwater van het riool van de wijk Kerkeind waardoor dit op een beteren en snellere manier kan worden afgevoerd. Hiermee wordt dus tevens voorzien in een oplossing voor de wateroverlast die soms in het Kerkeind optreedt. b. Voor alle verwijderde speelvoorzieningen wordt een adequate alternatieve locatie aangewezen in het stedenbouwkundig plan. Conclusie. Deze zienswijze ongegrond te verklaren. 106 Fam. Drenth-Ansems Inhoud zienswijze. a. Wil benadrukken dat 80 km te hard is voor het Hoeveneind. Een lagere maximum snelheid zal de verkeersveiligheid bevorderen. b. In het plan is aangegeven dat ten behoeve van de ecologische structuur een aantal groene oost-west stroken de woonwijk zullen doorkruisen. In het plan is volgens reclamanten een noordelijke groenstrook vergeten. Deze strook zou bestaande groenstructuren kunnen verbinden. c. Vragen zich af waarom ter hoogte van Hoeveneind 76 nu wel gebouwd gaat worden terwijl dat in eerste instantie niet de bedoeling leek en waar de verbinding van de Woonakker met het Hoeveneind komt?. d. Pleiten ervoor het regenwater niet af te voeren maar ter plaatse te laten infilteren. Beoordeling. a. Het Hoeveneind binnen de bebouwde komgrens, net ten noorden van Steenbergen, is 30 km-zone. Daarbuiten is in principe 80 km/uur toegestaan. Met de ontwikkeling van Woonakkers komt er ook een extra langzaam verkeersverbinding met het Hoeveneind. Met deze ontwikkeling wordt het ook logisch om de bebouwde komgrens te verplaatsen naar de Bolderstraat. Hiermee wordt de toegestane snelheid 50 km/uur wat ook past bij het huidige profiel. b. Bij de uitwerking van de plannen voor de Woonakker zal de ligging en inrichting van de landschappelijke verbindingen nader worden bepaald. Waar wenselijk en mogelijk zal gebruik worden gemaakt van reeds aanwezige elementen. Bij de opstelling van het uitwerkingsplan zal hier een nadere juridische uitwerking aan worden gegeven. c. Bij de verkoop van de kassen zijn afspraken gemaakt over de toekomstige bestemming van de gronden achter Hoeveneind 76. Om hier aan tegemoet te komen zal een deel van de gronden in het nog op te stellen uitwerkingsplan een woonbestemming krijgen. Zoals in de uit te werken bestemming ook al is voorzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 103