Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 31054]
Dienst/afdeling: VSO/JP
d. Gezien de ligging van de Woonakker in een grondwaterbeschermingsgebied zal er bij de uitwerking
van het plandeel Woonakker expliciet aandacht worden geschonken aan de manier waarop met de
afvoer van het regenwater zal worden omgegaan.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
107 Van Dun Advies BV namens de heer Buiks
Inhoud zienswijze.
Maakt bezwaar tegen de plannen voor woningbouw in het deelgebied Woonakker omdat een gedeelte
van het plangebied is gelegen binnen de geurcontour van het bedrijf (varkenshouderij) van reclamant.
Verzocht word eerst een gebiedsverordening vast te stellen en tot dat tijdstip met deze geurcontour
rekening te houden.
Beoordeling
Voor het gebied is geen gedetailleerde bestemming opgenomen maar is gekozen voor een
uitwerkingsbevoegdheid. Dit betekent dat op basis van het plan niet rechtstreeks in dit gebied gebouwd
kan gaan worden maar dat hiervoor eerst een uitwerkingsplan moet zijn opgesteld en goedgekeurd.
Binnen de huidige uit te werken bestemming woondceleinden zijn meerdere functies mogelijk. Dit zijn ook
functies welke binnen een geurcontour van een bedrijf mogelijk zijn zoals onder andere groen en verkeer.
In het uitwerkingsplan zal, voor zover nog noodzakelijk rekening worden gehouden met de geldende
milieuhindercirkels, waaronder de geurcontour van het bedrijf van reclamant, en zal hierbinnen geen
woningbouw worden gepland.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
108. Stichting Rechtsbijstand namens H.C.C.M. van Hooijdonk.
Inhoud zienswijze.
Het plan leidt tot aantasting van het woongenot van reclamant. Door het bouwen van woningen achter de
tuin van reclamant zonder dat een overgangszone aanwezig is zal er een ernstige aantasting van zijn
privacy ontstaan. Daardoor zal ook een beperking van de lichtinval en dus schade aan de beplanting
ontstaan. Reclamant zal zijn vrije uitzicht verliezen en door de veranderingen zal geluidsoverlast ontstaan
hetgeen ook weer een aantasting betekent van zijn rust en dus het woongenot. Door al deze factoren zal
de waarde van de wening van reclamant dalen én zal indien nodig hiertoe dan ook een claim bij de
gemeente indienen.
Artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening geeft de mogelijkheid om deze schade te claimen.
Daartoe dient het bestemmingsplan onherroepelijk te zijn. Een dergelijk verzoek zal voor advies worden
voorgelegd aan een onafhankelijke commissie. Op basis van dit advies zal de gemeenteraad hierop dan
een beslissing nemen. Op deze besluiten is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing wat betekent
dat hiertegen bezwaar en beroep open staat.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
109. Rassers Advocaten namens Beheer Breda BV, Holding Teteringen BV en Breda Bouw BV.
Inhoud zienswijze.
a. Reclamanten zijn van mening dat in het plan onvoldoende deugdelijk onderzoek is verricht naar de
bestaande toestand in en naar de mogelijke en wenselijke ontwikkeling van het terrein van
reclamanten. Zij achten het plan dan ook in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht
(artt. 3:2 en 3:4) in relatie tot het bepaalde in artikel 9 van het Besluit op ruimtelijke ordening.
b. De Milieueffectrapportage Woningbouw Teteringen schets, al dan niet bewust, een onjuist beeld van
de werkelijke situatie. Voorts weigert de gemeente duidelijkheid te geven over de wenselijke
ontwikkeling van het bedrijventerrein tussen de Heistraat en de Oosterhoutseweg. In het MER wordt
Beoordeling
-50-