I Breda, waarom doen we dit? Het debat over ontwikkelingssamenwerking wordt op landelijk niveau eens in de zoveel jaar weer opnieuw gevoerd. Nut, noodzaak en effectiviteit komen in deze discussies aan de orde. De uitkomsten van deze debatten zijn de afgelopen regeringsperiodes steeds hetzelfde geweest: er is een breed maatschappelijk en politiek draagvlak om tenminste 0,8% van het BNP aan ontwikkelingssamenwerking te besteden. Op lokaal niveau laaien deze discussies ook vaak op. Wat is het nut van gemeentelijk mondiaal beleid? Wat kan een Nederlandse gemeente bijdragen aan ontwikkelingssamenwerking en hoe effectief is dat lokale beleid eigenlijk? Moet(en) de gemeente zich niet liever beperken tot het subsidiëren van lokale initiatieven of gaat het verder? En hoe ver ga je dan als gemeenteje wilt toch zeker geen lokale Novib worden? Op welke wijze de gemeente dan ook vorm geeft aan gemeentelijke internationale solidariteit, één ding is zeker. Het is anno 2007 absoluut onmogelijk om als wereldburger de ogen te sluiten voor alles wat er elders in de wereld gebeurt. We worden overspoeld met producten uit ontwikkelingslanden, vliegen voor een weekje vakantie de halve wereld rond, faxen en e-mailen er lustig op los en kijken naar CNN voor de laatste actuele ontwikkelingen. Maar terwijl wij in het Westen inzetten op steeds snellere communicatienetwerken, wachten bevolkingsgroepen elders in de wereld op hele andere netwerken: zoals waterleiding en riolering. Lokale overheden zijn een factor van belang als het gaat om die ontwikkeling. In de eigen gemeente maar ook elders in de wereld. Gemeenten en particuliere instellingen die werken op lokaal niveau kunnen een bijdrage leveren aan meer en eerlijker verdeelde welvaart, aan democratie, duurzame ontwikkeling, harmonie tussen migranten en autochtonen. Een groeiend aantal gemeenten in Nederland en in veel andere landen bewijzen dat zij een rol kunnen spelen op het internationale vlak. Zij beschikken over expertise die alleen op lokaal niveau aanwezig is en die overgedragen kan worden aan lokale gemeenschappen elders. De Nederlandse regering is daarom van mening dat internationale solidariteit niet alleen op nationaal niveau, maar ook op gemeentelijk niveau vormgegeven kan en moet worden. Op lokaal niveau kan juist verbinding gezocht worden met lokale gemeenschappen die ondersteuning behoeven. Om dit te bevorderen zijn er diverse subsidieprogramma's die erop gericht zijn om kennis en ervaring vanuit Nederlandse gemeenten in te zetten bij het versterken van lokale overheden wereldwijd. Vele gemeenten maken daarvan met succes gebruik. Dit gaat verder dan het aangaan van traditionele stedenbanden en is erop gericht om andere lokale gemeenschappen te helpen zichzelf verder te ontwikkelen. De knowhow en contacten van gemeenten, bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw, drinkwatervoorziening, afvalverwerking, zijn juist geschikt om concrete adviezen te bieden aan lokale gemeenschappen. In het coalitieakkoord 2006-2010 is al aangekondigd dat ook de gemeente Breda vanaf deze raadsperiode verder wil investeren in Internationale Solidariteit. Vanaf de eerste discussie hierover in de raadscommissie Bestuur bleek dat die doelstelling door vele fracties werd onderschreven. De discussie in de raadscommissie maakte ook duidelijk dat er keuzes gemaakt moeten worden: Wat doen we nu en gaan we daarmee door? Wat gaan we wél doen, maar ook wat niet? Het voorstel om een verkenning te doen aan de hand van vier afgebakende pijiers werd positief ontvangen. 3 Werelds Delen - notitie Gemeentelijke Internationale Solidariteit Gemeenteraad Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 33