Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 31054]
Dienst/afdeling: VSO/JP
regenwater op geloosd. De oostzijde van dit gebied wordt gekenmerkt door een zeer lange en flauwe
helling, waardoor er binnen de gradiënt een groot aantal plekken is waar kwelstromen aan het
oppervlak kunnen komen. Dit is van groot belang voor de potentiële vegetatieontwikkeling. De
herinrichting van het gehele gebied Waterdonken-Waterakkers heeft een positief effect op de
omgeving, met name op de Lage Vuchtpolder. De freatische grondwaterstand wordt ten noorden van
de Zwarte dijk naar verwachting met circa 0,5 tot 0,1 meter verhoogd. Ook de stijghoogte van het
eerste watervoerend pakket bedraagt circa 0,5 tot 0,1 meter. De kwelflux neemt in de omgeving van
de Waterakkers toe met maximaal 2 mm/dag.
Bij de ontwikkeling van alle nieuwe woongebieden binnen Teteringen wordt in eerste instantie het
principe gehanteerd dat waar mogelijk regenwater in de bodem wordt geïnfiltreerd. Dit is mede
afhankelijk van een aantal factoren, zoals de bebouwingsdichtheid, en de plaatselijke
grondwaterstand. In tweede instantie wordt het merendeel van het water dat niet kan worden
geïnfiltreerd in het gebied zelf, geborgen in het systeem van de Waterakkers. Ook vanuit dit systeem
wordt een deel van het water in de bodem geïnfiltreerd. Het overige water wordt ingezet in de Lage
Vuchtpolder om daar de verdroging te bestrijden. Alleen in uiterst extreme situaties, bij zeer
langdurige neerslag, wordt in derde instantie het water via het systeem van de Waterakkers
afgevoerd naar de Mark. Daarmee wordt aangesloten bij de uitgangspunten die het Waterschap in
haar beleidsdoelen hanteert: 'water eerst vasthouden, daarna bergen en dan pas afvoeren'.
f. De verkeerscijfers zijn het resultaat van de planologische vertaling van het MER. De planologische
vertaling is het ontsluitingsmodel op basis van de voorgestelde maatregelen in het MER. Alle hieruit
voortkomende cijfers voldoen dus aan de MER toetsing. Het kan dus zijn dat deze cijfers afwijken van
cijfers uit plannen van voor het MER. Voor de berekeningen van de luchtkwaliteit in en rondom
Teteringen is conform het Besluit luchtkwaliteit 2005 gerekend. Er is gerekend met een uitgebreid
verspreidingsmodel (STACKS-Plus) door een landelijk erkend instituut waarbij gebruik is gemaakt
van de voorgeschreven achtergrondconcentraties. In 2005 waren er nog geen meet- en
rekenvoorschriften. Deze zijn inmiddels wei gepubliceerd. Het rekenprogramma STACKS-Plus is met
name genoemd als te gebruiken programma voor gedetailleerd luchtonderzoek. Uit het onderzoek
blijkt dat er voldaan wordt aan de normen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005.
Er is inmidddels een verkeerscirculatieplan opgesteld. Hierin zijn de effecten van de uitbreiding van
Teteringen beschreven en zijn de eventueeel te nemen maatregelen aangegeven. Het
verkeerscirculatieplan geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. Met gerichte
maatregelen kan de eventuele overlast van extra verkeer worden voorkomen dan wel tot een
aanvaardbaar niveau worden teruggebracht.
g. In de toelichting is de bestemming Natuur met bijbehorende tekst toegevoegd.
h. Ten aanzien van de opmerkingen van reclamanten over de voorschrften het volgende. In de
bestemmingsomschrijving is overeenkomstig het verzoek van reclamanten de woord 'ontwikkeling en'
toegevoegd. Op welke manier de gronden worden ingericht is een zaak van de uitvoering van de
plannen. De bestemming geeft aan welke kwaliteit wordt voorgestaan. De tot Groenvoorzieningen
bestemde gronden zijn in principe bedoeld als wijk- of gebruiksgroen. Voor wat betreft het toestaan
van verhardingen binnen deze bestemming wordt gesteld dat de plaats en de afmetingen zijn
bepaald en dit wordt als voldoende ervaren om grootschalige verhardingen tegen te gaan. Voor wat
betreft de opmerkingen inzake de waterparagraaf wordt opgemerkt dat in het kader van de retentie
van water er een afdoende capaciteit zal worden gegenereerd binnen het deelgebied Waterakkers.
Bovendien is binnen de bestemmingen Groenvoorziengen en Natuur, de plaats waar dit soort
voorzieningen ook kunnen worden ondergebracht, voldoende ruimte om ook dit soort voorzieningen,
indien nodig, aan te leggen. Ten aanzien van vrijstellingsbepalingen in artikel 16 wordt opgemerkt dat
het hier om verschillende hoogten gaat. In lid a geldt dit voor het gehele gebouw en in lid d voor
plaatselijke verhogingen zoals liftkokers en schoorstenen.
Conclusie.
Deze zienswijze deels ongegrond en deels gegrond te verklaren een en ander overeenkomstig hetgeen
hiervoor is aangegeven.
3 en 4. Natuur en milieuvereniging Teteringen en A.J. Struijk en anderen.
-8-