Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 31054] Dienst/afdeling: VSO/JP Inhoud zienswijze. a. Verkeer. Reclamanten zijn van mening dat een nieuwe regionale verbinding gerealiseerd moet zijn voor aanvang van woningbouw. Er is geen sprake van zorgvuldig besturen als burgers in de regio worden geconfronteerd met grote verkeersproblemen zolang zo een regionale verbinding niet is aangelegd en afdoende is gebleken. Ook is het onaanvaardbaar dat burgers door de verkeersoplossingen met ongewenste sluiproutes worden geconfronteerd met alle gevolgen van dien voor de leefbaarheid en veiligheid. Zonder vervangende regionale verbinding zal de Oosterhoutseweg een blijvende barrière vormen in het dorp Teteringen. De voorgestelde maatregelen ter ontmoediging van het doorgaande verkeer zoals doserende verkeerslichtinstallaties en voorrang voor kruisend verkeer blijken niet voldoende en zijn dus niet afdoende. Een en ander is tijdens de reconstructie van de Oosterhoutseweg bevestigd. Bovendien zijn aanpassingen aan het lokale wegenstelsel geen oplossing voor het regionale verkeersprobleem. Een en ander is dan ook onzorgvuldig en in strijd met het bepaalde in 3.2 Awb en een voorbeeld van slechte ruimtelijke ordening. Bovendien voldoen de voorgestelde maatregelen en het uitblijven van een oplossing van het regionale verkeer niet aan de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 9 juni 2004. De afdeling vraagt in zijn afspraak namelijk om resultaatgerichte eindproducten. Aangenomen wordt dan ook dat een uitspraak van de Afdeling zwaarder weegt dan een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage. Reclamanten zijn verder van mening dat het wijzigen van de functie van de Oosterhoutseweg zonder het beschikbaar hebben van een goede vervangende regionale verbinding een onrechtmatige overheidsdaad is en strijdig met een goede ruimtelijke ordening. b. Luchtkwaliteit. R.I.V.M.-metingen spreken de conclusies uit het luchtkwaliteitsrapport van KEMA tegen. Deze gegevens zijn wel degelijk relevant. Het gaat namelijk om het toetsen van een rekenmodel aan meetgegevens. Het niet meenemen van deze gegevens leidt tot twijfel over de betrouwbaaheid van de gegevens uit het genoemde luchtkwaiteitsonderzoek van KEMA en onder andere op basis hiervan zijn de bestemmingplannen opgesteld. Ook het feit dat een aantal maatregelen in het kader van de luchtkwaliteit niet versneld worden uitgevoerd (bijvoorbeeld roetfilters) zouden moeten leiden tot een herberekening. Reclamanten vinden het feit dat hiermee geen rekening is gehouden dan ook maatschappelijk onverantwoord en in strijd met de te betrachten zorgvuldigheid. De plannen kunnen derhalve niet worden vastgesteld met de slechte luchtkwaliteit. Ook is de luchtkwaliteit rond het ROC niet getoetst. In het belang van het personeel en de leerlingen dient dit alsnog te worden getoetst. c. Waterakkers. In het plan wordt alleen maar gesproken over de waterkwantiteit en niet over de waterkwaliteit. Volgens reclamanten is verzuimd onderzoek te doen naar de nog aanwezige flora en fauna in de Lage Vught en de eisen daarvan in kwantitatieve en kwalitatieve zin, de behoefte aan bergingscapaciteit voor de verschillende jaartypen met bronnen en de wijze waarop aan de verschillende eisen zo goed mogelijk kan worden voldaan door de aanleg van kunstwerken inclusief het afvoeren naar de Mark en de zuiveringsinstallaties. Uitgangspunt voor de Waterakkers moet zijn het optimaal functioneren van het natuurgebied/reservaat in de Lage Vught. De kwalitatieve eisen worden niet beschreven en blijken niet uit het ontwerp en de maatregelen daar om heen. Er is gedacht in termen en criteria van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater. Dit is volgens reclamanten in strijd met een goede ruimtelijke ordening, analoog aan het verkeersprobleem waarvan de Raad van State zegt dat in gevallen als het voorliggende, waarin de ruimtelijke gevolgen van de plannen zich uitstrekken tot buiten de plangebieden men ook gehouden is deze bij de planvorming te betrekken. Het plan is daarom in strijd met het bepaalde in artikel 3:2 Awb. Reclamanten zijn verder van mening dat in het kader van de Waterakkers onvoldoende rekening is gehouden niet dan wel onvoldoende is onderzocht, wat de effecten op de omgeving zullen zijn. d. Hoogbouw Waterdonken. Deze hoogbouw zal leiden tot een aantasting van de natuurwaarden van de Lage Vught. Zij zijn in strijd met het Streekplan dat zegt dat het hier gaat om Groene Hoofdstructuur (GHS) natuur en GHS-landbouw. Uitbreiding van stedelijk ruimtebeslag is alleen toelaatbaar op basis van het nee- tenzij-principe. Zwaarwegend maatschappelijk belang dient te worden aangetoond en alternatieven dienen te worden onderzocht. Verder zal de hoogbouw leiden tot aantasting van de landschapswaarden van de Lage Vuchtploder. Er wordt in het plan geen rekening gehouden met de cultuurhistorische - en landschapswaarden in de Lage Vuchtploder. Ook dit is strijdig met het Streekplan van de provincie dat hierover zegt dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen de landschappelijke kwaliteiten van het onbebouwde en bebouwde gebied reeds in een vroeg stadium in het proces aandacht moeten krijgen. Met het projecteren van hoogbouw tot zelfs 24 meter hoog laat de gemeente zien niet respectvol om te gaan met de waarde van cultuur en -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 63