Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 31054]
Dienst/afdeling: VSO/JP
aan te passen. Met gerichte maatregelen kan de eventuele overlast van extra verkeer worden
voorkomen dan wel tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht.
b. Voor de berekeningen van de luchtkwaliteit in en rondom Teteringen is conform het Besluit
luchtkwaliteit 2005 gerekend. Er is door een landelijk erkend instituut gerekend met een uitgebreid
verspreidingsmodel STACKS-Plus waarbij gebruik is gemaakt van de voorgeschreven
achtergrondconcentraties. In 2005 waren er nog geen meet- en rekenvoorschriften. Deze zijn
inmiddels wel gepubliceerd. Het rekenprogramma STACKS-Plus, is met name genoemd als te
gebruiken programma voor gedetailleerd luchtonderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat er voldaan
wordt aan de normen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005. Het meetstation staat op de hoek
Takkebijsters - Tilburgseweg en is een straatstation. Dit meetstation ondervindt dus de directe
invloed van een drukke verkeersweg. Daarnaast zijn er nog regionale meetstations, bij Biest-
Houtakker en Huijbergen, die buiten de directe invloed van stedelijke gebieden liggen. De metingen
van fijn stof door de meetstations worden gebruikt om landelijke achtergrondconcentraties te bepalen
en trends in luchtverontreiniging. Met behulp van berekeningen van de werkelijke verkeersstromen
wordt dan de luchtkwaliteit bepaald. Deze methode is ook wettelijk vastgelegd. Er is geen reden om
hiervan in Teteringen af te wijken.
c. De Waterakkers vervult een sleutelrol in de nieuwe waterhuishouding van Teteringen en een groot
deel van Noordoost Breda. Daarbij gaat het nadrukkelijk niet alleen om waterberging, maar juist ook
om een goed alternatief voor de inlaat van gebiedsvreemd, vuil water in de Lage Vuchtpolder, zodat
de daar aanwezige en toekomstige natuurkwaliteiten veiliggesteld kunnen worden zowel rondom de
nieuwe wijken als in de Lage Vuchtpolder. Om dit te kunnen bewerkstelligen is samen met het
Waterschap en Staatsbosbeheer als toekomstig beheerder van het natuurreservaat in de Lage
Vuchtpolder een nieuw watersysteem uitgedacht dat in zowel kwalitatief als kwantitatief opzicht
voorziet in de bestrijding van de verdroging in de Lage Vuchtpolder en de daar aanwezige
reservaatsgebieden. Dit nieuwe systeem behelst ondermeer de sanering van drie riooloverstorten die
thans nog zorgen voor een grote verontreiniging van het oppervlaktewater in dit deel van het gebied.
Een waterbalans alsmede een inzicht in de waterkwaliteit van het gebied is gegeven in het onderzoek
van Witteveen+Bos (Nadere Uitwerking en definitief Ontwerp waterakkers, uit 2005) dat de gemeente
met het Waterschap heeft laten uitvoeren.
d. Deze zienswijze heeft betrekking op het bestemmingsplan Waterdonken-Waterakkers. Deze
zienswijze wordt dan ook alleen bij dat plan behandeld en kortheidshalve wordt daarnaar dan ook
verwezen.
e. Voor de beoordeling van die zienswijzen wordt verwezen naar hetgeen hierover onder a t/m d is
aangegeven.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
5. Brabantse Milieufederatie.
Inhoud zienswijze.
a. Reclamanten zijn van mening dat de inventarisatie van de diverse soorten in het gebied niet aan de
gestelde eisen voldoet omdat geen jaarronde veldinventarisatie is verricht. Bovendien zijn zij van
mening dat het leefgebied van kwetsbare soorten door de woningbouw onherstelbaar wordt
vernietigd. De mitigerende maatregelen zijn volgens reclamanten onvoldoende. De ecologische
verbindingszone (EVZ) tussen het Cadettenkamp en de Vuchtpolder dient te worden gerealiseerd en
veiliggesteld.
b. Het plan voldoet niet aan het Streekplan ten aanzien van zuinig ruimtegebruik. Door compacter te
bouwen op kleinere kavels blijft er meer ruimte voor natuur en landschap en groen in de wijk.
c. Met de realisatie van het plan zal het overgrote deel van het leefgebied van de steenuil verdwijnen.
Het verlies aan foerageergebied kan nooit volledig door mitigerende maatregelen worden
gecompenseerd. Volgens reclamanten dient een sterke kwaliteitsimpuls voor het resterende sterk
verkleinde leefgebied plaats te vinden met minder grote waterpartijen, meer ruimte voor natuur en
kleine landschapselementen, rommelige overhoekjes, bomenrijen, kruidenrijke bermen en vergroting
van de zone tussen het leefgebied en de nieuwbouwwijk. Het te realiseren landgoed zal geen echte
compensatie bieden.
d. De geplande ecologische verbindingszone (EVZ) aan de zuidkant van het plan wordt grotendeels
opgeslokt voor waterberging. Door in de plannen minder verharding toe te passen ontstaat een
betere infiltratie van regenwater en behoeft minder berging te worden gerealiseerd.
-17-