Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 31054]
Dienst/afdeling: VSO/JP
kwaliteiten van de omgeving. Zo wordt bijvoorbeeld de wijk de Hoge Gouw, grenzend aan de
bosgebieden van de Teteringse Heide en het Cadettenkamp, in een van de laagste dichtheden
gebouwd. Hierdoor kan er op deze plek een groen woonmilieu ontstaan dat zich beter voegt in de
omgeving dan de dichtbebouwde zuidrand van de Bouverijen.
c. In het bestemmingsplan is veel aandacht besteed aan de steenuilen. Ondanks dat, zal door de
nieuwbouw inderdaad foerageergebied verloren gaan. Om dit te compenseren zijn er diverse
gebieden als natuur bestemd. Deze natuurgebieden worden als kamertjes ingericht, dat wil zeggen
dat het ruige graslanden worden met daarom heen houtwallen. Omdat deze vogels beschermd zijn is
voor het verstoren van de steenuil ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet aangevraagd en
verkregen. Het plan is dus getoetst en goedgekeurd door het ministerie van Landbouw, Natuur en
Visserij. In samenwerking met de West Brabantse Vogelwerkgroep wordt een beschermingsplan voor
steenuilen opgesteld. Hierin wordt gekeken hoe de steenuil duurzaam kan voortbestaan in de
gemeente. Daarnaast is de zuidoever van de ecologische zone aan de kant van de Nieuwe Kadijk
aangepast. Er is nu een vier meter brede groenstrook opgenomen die er voor moet zorgen dat er
zowel een natte als een droge oost-west verbinding ontstaat.
d. In het plangebied worden overal klinkers toegepast behoudens het gedeelte aan de Hoge Gouw. Hier
is het straatprofiel geminimaliseerd ten einde een zo'n groen mogelijk karakter te kunnen realiseren.
In de hoog gelegen delen wordt geïnfiltreerd (ten oosten van Moleneind). Ten westen van het
Moleneind heerst een lagere grondwaterstand. Hier is gekozen voor berging. Bij de ontwikkeling van
alle nieuwe woongebieden binnen Teteringen wordt in eerste instantie het principe gehanteerd dat
waar mogelijk regenwater in de bodem wordt geïnfiltreerd. Dit is mede afhankelijk van een aantal
factoren, zoals de bebouwingsdichtheid, de plaatselijke grondwaterstand, etc. In tweede instantie
wordt het merendeel van het water dat niet kan worden geïnfiltreerd in het gebied zelf, geborgen in
het systeem van de Waterakkers. Ook vanuit dit systeem wordt een deel van het water in de bodem
geïnfiltreerd; het overige water wordt ingezet in de Lage Vuchtpolder om daar de verdroging te
bestrijden. Alleen in uiterst extreme situaties bij zeer langdurige neerslag wordt pas in derde instantie
het water via het systeem van de Waterakkers afgevoerd naar de Mark. Daarmee wordt aangesloten
bij de uitgangspunten die het Waterschap in haar beleidsdoelen hanteert: water eerst vasthouden,
daarna bergen en dan pas afvoeren.
e. Zie voor de beoordeling van deze zienswijze bij het bestemmingsplan Waterdonken-Waterakkers bij
de beoordeling van de zienswijzen van de Natuur en Milieuvereniging e.a. bij 3 en 4 onder punt c.
f. Ten aanzien van de noodzakelijkheid van de kantorenbouw het volgende.
De kantorenmarkt van West-Brabant wordt sterk gedomineerd door Breda. Dit blijkt onder meer uit de
omvang van het totale areaal aan kantoorruimte: ruim 66% van het kantorenareaal in de vijf grote
West-Brabantse gemeenten bevindt zich in Breda. De positie van Breda als kantorenstad blijkt ook
als het areaal kantoorruimte wordt gerelateerd aan de omvang van de bevolking. Breda telt 3,9 m2
kantoorruimte per inwoner, Oosterhout 1,85 m2 en Roosendaal slechts 1,15 m2.
In 2006 heeft Breda bijna 44% van de totale vraag naar kantoorruimte opgenomen. Wanneer een wat
langere periode wordt bezien (1 januari 2005 tot en met 1 januari 20070, dan neemt Breda meer dan
de helft van de totale regionale vraag voor zijn rekening. Breda verstevigt hiermee zijn positie
De kantorenmarktanalyse in de concept van de vastgoedmarktmonitor 2007 stelt: "Op langere termijn
is de uitbreiding van de kantorenvoorraad vooral voorzien in het Stationsgebied. Volgens het advies
is de verwachting dat het nieuwbouwaanbod gaat opdrogen en door een tekort aan goede locaties
moeilijk kan worden aangevuld. Een aantal kleinschalige nieuwbouwontwikkelingen (1.700 m2tot
3.100 m2 per gebouw) aan de Ettensebaan vormen momenteel de enige uitbreidingsmogelijkheid. Na
2010 zal in de spoorzone van Breda een nieuw stadsdeel verrijzen (Via Breda), met in eerste
instantie circa 80.000 m2 kantoorvloeroppervlak. Tot die tijd is er beperkte uitbreidingsruimte langs de
A16 en de Claudius Prinsenlaan. Het is niet uit te sluiten dat er binnen nu en twee jaar een tekort zal
ontstaan aan moderne kantoorruimte".
De geplande kantoorontwikkeling in het plan Meulenspie in Teteringen bedraagt in totaal 9.600 m2,
verdeelt over 5 gebouwen. Het betreft een kleinschalige kantorenontwikkeling vergelijkbaar met de
Ettensebaan, bedoelt voor de lokale en hooguit regionale markt.
Geconcludeerd mag worden dat Breda de enige stad in West-Brabant is met een duidelijke
kantorensignatuur. Vanuit dit oogpunt dient Breda voortdurend te werken aan de versterking van zijn
positie, door steeds een adequate voorraad kantoorruimte in portefeuille te hebben (kwantitatief en
kwalitatief).Gezien de verwachte behoefte aan nieuwe kantoren op de korte termijn en gezien het feit
dat het nieuwbouwaanbod gaat minimaal wordt is de kantorenlocatie in het plan Meulenspie van
groot belang om aan de (lokale) marktvraag te kunnen blijven voldoen.
-19-