Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 31054]
Dienst/afdeling: VSO/JP
dat de nieuwe woningen grenzend aan de bestaande bebouwing bijvoorbeeld minimaal 45 meter uit de
bestaande woningen worden gebouwd.
Er is op dit moment geen sprake meer van boswonen zoals dat altijd door de gemeente is voorgehouden.
Door de huidige opzet komen de nieuwe woningen dichter bij de bestaande woningen hetgeen tot een
vermindering van de kwaliteit van wonen zal leiden en wellicht zal leiden tot planschade.
Beoordeling.
Naar aanleiding van enkele zienswijzen is er in het stedenbouwkundige plan voor de Hoge Gouw een
aantal percelen samengevoegd en andere herverkaveld. Hierdoor grenzen er aan de oostrand van het
plan grotere percelen (ca. 1500 m2) aan het bestaande landhuizengebied. Het aantal resterende kavels in
de Hoge Gouw bedraagt nu nog 49. Het bestemmingsplan i.e. de bij de voorschriften opgenomen
principeverkaveling van het gebied, is hierop aangepast. Daarnaast is het bouwvlak, door verschuiving
van bestemmingsgrenzen (van Verkeers- en verblijfsdoeleinden naar Woongebied) zodanig aangepast
dat de nieuw te bouwen woningen in de Hoge Gouw aan de zijde van het bestaande woongebied op
minimaal 25 meter afstand hiervan komen te staan. Hierop is de plankaart aangepast.
Een meer ingrijpende wijziging van het stedenbouwkundige plan, in de vorm van een nog grotere afstand
tot de bestaande woningen (meer dan 25 meter) of het samenvoegen van kavels op meerdere plekken, is
niet mogelijk omdat hiermee de economische uitvoerbaarheid van het plan in het gedrang komt omdat
grotere kavels een geringere opbrengst genereren (minder opbrengst per m2 grond) dan kleinere kavels.
Bovendien is in de praktijk gebleken dat voor hele grote kavels minder interesse bestaat waardoor de
kavels weer te lang in de verkoop zijn en op die manier extra renteverlies opleveren.
Conclusie.
Deze zienswijze deels ongegrond en deels gegrond te verklaren een en ander overeenkomstig hetgeen
hiervoor is aangegeven.
16. Banning advocaten namens B.J. en N.J.W.C. Akkermans.
Inhoud zienswijze.
Verzoekt namens reclamanten de maximale goothoogte voor de te bouwen woningen in het deelgebied
Hoge Gouw op te hogen naar minimaal 6 meter waardoor de ruimten op de verdieping efficiënter kunnen
worden ingericht. Reclamanten menen een gelijke behandeling te mogen krijgen als de degene die Hoge
Gouw west gaat realiseren. Zijn ook al sinds 2000 in onderhandeling met de gemeente over de aankoop
van een perceel in dit gebied en er zijn diverse gesprekken hierover gevoerd. De kavels welke nu
beschikbaar komen zijn nu vrijwel gelijk aan de oppervlakte van de kavels in Hoge Gouw west waar ook
een hogere goothoogte is toegestaan. Voorts zijn de kavels ten opzichte van de oorspronkelijke plannen
voor dit deelgebied (Boswonen) verkleind en lijkt het reclamanten erg moeilijk op deze kleine kavels met
deze bouwvoorschriften een woning in landelijke sfeer te bouwen.
Beoordeling.
Het stedenbouwkundige plan voor Hoge Gouw verschilt van het stedenbouwkundige plan voor Hoge
Gouw-west. Hoge Gouw wordt nog groener, is veel informeler qua opzet en krijgt een natuurlijker
uitstraling. Om de landelijke sfeer, die met deze stedenbouwkundige kenmerken wordt gecreëerd, te
waarborgen is bepaald dat de woningen niet te hoog mogen worden. De woningen en boerderijen die
men in het landelijk gebied ziet, zijn doorgaans 1 laag met een kap. Om de bruikbaarheid van de
woningen op de verdieping te verhogen is de goothoogte niet op (de bij 1 laag gebruikelijke) 3 meter
vastgelegd, maar op maximaal 4,5 meter.
Omdat het bij Hoge Gouw particulier opdrachtgeverschap betreft zal in dit deelgebied uiteindelijk een
zeer gevarieerd beeld van allerlei verschillende woningen moeten ontstaan. Om toch enige rust in het
beeld te brengen, zijn voor alle woningen dezelfde maximale goot- en nokhoogte vastgesteld en dienen
alle woningen een zadeldak te krijgen. Een wijziging van de maximale goothoogte ligt dan ook niet in de
reden. Overigens wordt hierbij nog opgemerkt dat reclamanten in het gebied beiden een optie hebben op
een bouwperceel met een oppervlakte van ruim 1500 m2.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
-27-