Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 31054] Dienst/afdeling: VSO/JP Identiteit en herkenbaarheid Een veel gehoorde kritiek op de woonmilieus in de VINEX-wijken is dat ze geen onderscheidende woonmilieus opleveren. Het is een van de redenen waarom in de eerste plaats binnen de opgave voor Teteringen is gezocht naar kleinere ruimtelijke eenheden, die kunnen inspelen op de diversiteit in het omliggende landschap van het dorp, en aan die context ook een deel van hun toekomstige identiteit kunnen ontlenen. Zo reageert Hoge Gouw in de bebouwingsdichtheden op het gegeven van het Cadettenkamp en het landhuizengebied en is in de wijk de Waterdonken langs de Hoge Vucht de waterrijke omgeving verder uitgewerkt. Voor de Bouverijen is het aanwezige reliëf van Teteringen naar de Waterakkers als belangrijk ontwerpuitgangspunt gekozen. Door het introduceren van de hoogteverschillen wordt ook de beleving van het huidige reliëf versterkt en ontstaat er in totaliteit een gebied dat binnen de context van Teteringen een heel eigen karakter en identiteit heeft. De taluds dragen voor een belangrijk deel bij aan de groene uitstraling die de gemeente aan dit woonmilieu wil meegeven. Het bestemmingsplan geeft de randvoorwaarden aan waarbinnen het thema van de hoogteverschillen verder kan worden uitgewerkt in het stedenbouwkundig plan en inrichtingsplan openbare ruimte. De eerste versie van het ontwerp bestemmingsplan gaf nog een relatief hoge maximale peilhoogte voor de nieuwe woongebieden aan, waarmee er een zekere vrijheid voor het toekomstige ontwerpproces werd gecreëerd. Naar aanleiding van verschillende zienswijzen is er echter nogmaals zorgvuldig naar de maaiveldhoogten van de clusters gekeken en daarbij is de maaiveldhoogte voor zeven clusters in het plan aangepast. De 'accenten' in het plangebied hebben een hoofdzakelijk programmatische achtergrond. Juist bij gratie van het dichter bebouwen van delen van het gebied, kunnen andere delen van de Bouverijen in een veel lossere setting gerealiseerd worden. Dit heeft het voordeel dat er woonmilieus kunnen worden ontwikkeld die een echte groen dorpse uitstraling hebben. De dichter bebouwde clusters krijgen een programma dat het mogelijk maakt om zorg te dragen voor een goede oplossing voor het parkeervraagstuk in de openbare ruimte. Door het woningbouwprogramma niet gelijkmatig te verdelen over het gebied wordt het risico vermeden dat er een wijk ontstaat die in veel opzichten 'vlees noch vis' is. De gekozen strategie maakt het tevens mogelijk om gericht een veel zachtere overgang te creëren tussen de nieuwe en de bestaande woningen. De positionering van de dichter bebouwde clusters en met name de gestapelde 'accenten' is dusdanig gekozen dat ze zich voornamelijk aan de westzijde van de Bouverijen manifesteren, aan de zijde van de Waterakkers. Waar aan de orde tenslotte, zijn de accenten - soms door toevoeging van een enkele woonlaag - ingezet als stedenbouwkundig accent, waarbij bijzondere plekken in de ruimtelijke structuur worden gemarkeerd, zoals de bajonet in de centrale ontsluitingsweg. De Bouverijen worden ten aanzien van het autoverkeer ingericht als 30 km-gebied. Voor de hoofdontsluiting betekent dit dat er, afgezien van de aansluiting op de Oosterhoutseweg niet is voorzien in vrijliggende fietspaden. Er kan gewoon op de rijbaan worden gefietst. Daarnaast is het zo dat er zowel aan de westzijde als aan de oostzijde van de weg in een uitgebreid stelsel van vrijliggende fietspaden wordt voorzien. Hondenuitlaatplaatsen worden niet geregeld in het bestemmingsplan, maar zijn onderdeel van de stedebouwkundige plannen en inrichtingsplannen openbare ruimte. Daarin worden hondenuitlaatplaatsen voor dit planonderdeel nader uitgewerkt. Dat geldt ook voor speelvoorzieningen voor kinderen in diverse leeftijdscategorieën. Ten aanzien van de Multifunctionele Accommodatie (mfa)geldt dat het verder in noordelijke richting verschuiven van dit programma binnen de Bouverijen weinig meerwaarde oplevert. Weliswaar is het zo dat de locatie dan iets dichter bij het Willem Alexanderplein komt te liggen, maar dit weegt niet op tegen de relatief slechte ontsluitingsmogelijkheden van deze voorziening in dit deel van het dorp. De ruimtelijke structuur van het noordelijk deel van de Hoolstraat en het Kerkeind laat zien dat er een tweetal routes tussen het Willem Alexanderplein en de noordzijde van de Bouverijen denkbaar zijn, namelijk via het Doelenpad en de Bijenhof (een eventuele route via de Groenstraat is veel verder om). Als fietsroute in combinatie met wandelpaden zijn deze echter minder geschikt vanwege de beperkte beschikbare ruimte. Doordat deze routes een sterk bochtig tracé kennen, is de afstandswinst tamelijk beperkt. Tenslotte zijn deze routes veel minder eenduidig dan op de locatie ter hoogte van het Hofpad. In dit laatste geval kan er vanaf de Hoolstraat in één rechte lijn de mfa worden bereikt. Om die reden wordt vastgehouden aan de huidige locatie. De concentratie van voorzieningen zoals basisscholen, dorpshuis 't Web, huisarts en winkels vindt plaats rondom de route vanaf Haenen-Zuid, Donkerstraat, Willebrordstraat, Willem Alexanderplein, -38-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 92