-12- de gemeentelijke monumentenverordening: 20% van het tarief als genoemd onder 5.2.1 met een minimum van 157,01 en een maximum van 1.630,56. 5.12.2 Wordt de aanvraag om een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.12.1 ingetrokken voordat de gevraagde vergunning is verleend, dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 5.12.110% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum van 90,60 en een maximum van 543,52. u 5 12 3 Indien in geval van een incomplete aanvraag om een vergunning zoals bedoeld in 5.12.1 de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld zijn incomplete aanvraag te completeren, wordt het overeenkomstig 5.12.1 berekende bedrag vermeerderd met 5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1., met een minimum van 24,16 en een maximum van 120,78. 5.12.4 Indien de aanvraag om een vergunning incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 5.12.110% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum van 48,20 en een maximum van 271,76. 5 12 5 Indien de monumentenvergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde in artikel 5.12.1: 15% van het tarief zoals genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 108,70 en een maximum van 543,52. 5 12.6 In afwijking van het bepaalde onder 5.2.1 wordt voor de toepassing van de artikelen 5.12.1 5.12.2., 5.12.4 en 5.12.5 onder bouwkosten slechts verstaan de bouwkosten welke betrekking hebben op de wijziging van dat gedeelte van het bouwwerk dat als monument is aangewezen. 5 12 7 Indien het verzoek om vergunning op grond van een wettelijk voorschrift ter visie moet worden gelegd wordt het verschuldigde legesbedrag voor elke ter visie legging met 144,94 verhoogd. 5.12.8 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van een verleende vergunning als bedoeld in 5.12.1, indien door of namens burgemeester en wethouders is vastgesteld dat het om een geringe wijziging gaat: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 5.12.1 bepaald en verminderd met de voor de primaire vergunning berekende leges, met dien verstande dat in elk geval 157,01 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire vergunning verschuldigde leges plaatsvindt. Aanlegvergunning 5 13 1 Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanlegvergunning als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening bedraagt 434,82 indien de locatie waar de aanvraag betrekking op heeft is gelegen buiten de bebouwde kom en bedraagt 253,65 indien de locatie waar de aanvraag betrekking op heeft binnen de bebouwde kom is gelegen. Onder bebouwde kom wordt verstaan de bebouwde kom als bedoeld in artikel 1.3 van de Bouwverordening 2007. 5.13.1.1 t/m 5.13.5 Vervallen 5 13 6 Indien het verzoek om vergunning op grond van een wettelijk voorschrift ter visie moet worden gelegd wordt het verschuldigde legesbedrag voor elke ter visie legging met 144,94 verhoogd. Bouwverordening 1965 5 14 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een vrijstelling als bedoeld in artikel 352, lid 4, van de Bouwverordening 1965 Bouwverordening 2007 5.15.1 vervallen 5.15.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een overschrijving van een vergunning op naam van een rechtverkrijgende als bedoeld in artikel 10.3, lid 1, van de Bouwverordening 2007 Woningwet overige vergunningen 5.16 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een woonvergunning als bedoeld in artikel 60, lid 1van de Woningwet Inzage bouwregister 5.17.1 Het tarief bedraagt ter zake van het aan de balie verlenen van inzage in het bouwregister

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 47