Tweede lid
Indien de onderhoudsrechten worden afgekocht is ingevolge het tweede lid het belastingtijdvak gelijk aan de
periode waarvoor wordt afgekocht. De regeling heeft daarmee een fiscaal gelegitimeerd karakter. Men kan
hier immers niet spreken van een vooruitbetaling van onderhoudsrechten, omdat in het fiscale geen betaling
mogelijk is voor belastbare feiten die zich kunnen voordoen in belastingtijdvakken die nog niet zijn
aangevangen. Derhalve was een regeling noodzakelijk waarin het belastingtijdvak wordt afgestemd op de
periode waarvoor wordt afgekocht.
Artikel 7 Wijze van heffing
In artikel 233 van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke belastingen kunnen worden geheven bij
wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte en op andere wijze. In deze verordening is met
betrekking tot de te verlenen diensten gekozen voor de heffing op andere wijze, te weten betaling dadelijk na
de dienstverlening. De heffing vindt dan ook plaats door middel van uitreiking of toezending van een
gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting wordt vermeld.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de
bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van de Algemene termijnenwet moeten lijkbezorgingsrechten binnen 30 dagen na dagtekening
van de schriftelijke kennisgeving worden betaald.
Artikel 10 Kwijtschelding
Er is geen kwijtschelding mogelijk bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
C. Toelichting op de tarieventabel
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
In dit hoofdstuk is een regeling opgenomen voor het verlenen van een uitsluitend recht op graven,
urnengraven en dergelijke. Een recht op een graf kan ingevolge artikel 28 van de Wet op de lijkbezorging
gevestigd worden, hetzij voor onbepaalde tijd, hetzij voor de tijd van minstens 20 jaren. Een voor bepaalde
tijd verleend uitsluitend recht op een graf kan worden verlengd voor ten hoogste 10 jaren. Het verlenen van
het recht om met uitsluiting van anderen lijken in een bepaald graf te doen begraven en begraven te houden
is de belaste dienst en niet het begraven zelf.
Hoofdstuk 2 en 3 Begraven en bijzetten van asbussen en urnen
In deze hoofdstukken zijn regelingen opgenomen voor het begraven van lijken. In de tarieventabel is ook
een apart tarief opgenomen voor het begraven van kinderen beneden de 12 jaar.
Het bijzetten van een asbus of een urn is een apart in de tabel opgenomen dienst.
Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud
De regeling in dit hoofdstuk maakt het mogelijk rechten te heffen voor het afgeven van vergunningen voor
het stichten van grafkelders, gedenktekenen en kruisen, het aanleggen van graftuinen, het planten van
bomen of andere gewassen, het plaatsen van zerken en het onderhoud van al deze voorwerpen voor zoveel
de algemene begraafplaats betreft.
Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen
Een gemeente kan ook voor het inschrijven en het overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd
register rechten heffen. Anders dan onder de oude Wet op de lijkbezorging zijn deze rechten niet meer aan
een maximum gebonden.
Met eigen graven wordt bedoeld: graven waarvoor op grond van artikel 28 van de Wet op de lijkbezorging
het uitsluitend recht is verleend. Wat over het inschrijven of overboeken van eigen graven is opgemerkt geldt
tevens voor het inschrijven of overboeken van eigen urnengraven en urnennissen.
-6-